Dronebezitters opgepakt na bijna-botsing met politiehelikopter
In New York zijn twee mannen opgepakt die met hun quadcopters boven de George Washington-brug vlogen. Een helikopter van de NYPD die op dat moment boven de brug patrouilleerde kwam bijna in botsing met de drones, maar de piloot kon net op tijd uitwijken. Volgens de piloot vloog hij op het moment van de bijna-botsing op een hoogte van 2.000 voet, ca. 600 meter.
Na het incident volgde de helikopterpiloot de twee quadcopters, die in een nabij gelegen park landden. Daar konden de eigenaren gearresteerd worden. Volgens één van hen waren ze ‘alleen maar aan het spelen’ met hun drones. De advocaat van het duo stelt dat hun UAVs niet hoger dan 100 meter kunnen vliegen, maar dat wordt tegenover de New York Post door een bekende van het stel ontkracht: “Ze hebben mij wel eens verteld dat ze op een hoogte van 5.000 voet [1,5 km] hebben gevlogen.”
In binnen- en buitenland wordt er door helikopter- of vliegtuigpiloten steeds vaker melding gemaakt van onbemande luchtvaartuigen. Volgens het NRC ontving de Inspectie Leefomgeving en Transport in 2010 één melding van piloot die onderweg een drone had gespot. In 2011 gebeurde dat zes keer, vorig jaar zeventien maal en dit jaar waren er tot eind mei negen keer meldingen van gespotte drones.
Ook al zijn de meeste drones niet heel zwaar, een botsing met een vliegtuig of helikopter kan desastreuse gevolgen hebben. Mede daarom onderzoeken het ministerie van Veiligheid en Justitie en de nationale politie daarom de mogelijkheid om drones te onderscheppen of de besturing over te nemen.
In Nederland is het recreatief vliegen met drones toegestaan tot een maximale hoogte van 300 meter. Verder mag men niet boven stedelijk gebied, wegen, mensenmassa’s en industriegebieden vliegen. Voorts moet men uit de buurt van luchthavens blijven.
Overigens weigeren sommige drones op te stijgen als hun ingebouwde GPS detecteert dat het apparaat in de buurt van een luchthaven is: onder andere de DJI Phantom voorziet in deze veiligheidsfeature.
