Wat is jello? Hoe voorkom je jello in je dronevideo’s?
Een welbekend maar hinderlijk fenomeen in de wereld van aerial cinematografie is ‘jello’, ook wel het rolling shutter effect genoemd. Jello is zichtbaar als golvende lijnen in je video’s. Soms gaat het om nauwelijks zichtbare verstoringen en zijn je beelden prima bruikbaar, maar het effect kan ook zeer hinderlijk aanwezig zijn en je hele opname vergallen. Hierbij 3 tips om jello te verminderen of zelfs helemaal te voorkomen.
Oorzaak van jello
De oorzaak van jello is gelegen in de manier waarop de camera onder je drone videobeelden registreert. De sensor ‘scant’ bij iedere frame het beeld als het ware stukje bij beetje af, waarbij er een klein tijdsverschil zit tussen de registratie van de bovenkant en de onderkant van het beeld. Als de camera tijdens dat scannen een klein beetje beweegt, dan sluiten de verschillende segmenten van het beeld niet meer goed op elkaar aan. Bij het afspelen van de video uit zich dat in golvende lijnen (vandaar de naam ‘jello’, geleend van de bekende Amerikaanse trilpudding Jell-O).
Een belangrijke boosdoener is het trillen van je drone als gevolg van de snel ronddraaiende propellers. Zeker als het hard waait dan moet je drone extra z’n best doen om stabiel te blijven vliegen, met een extra belasting van de propellers tot gevolg. Kijk bijvoorbeeld eens naar onderstaande video, die ik op een vrij winderige dag met een DJI Phantom 2 Vision+ opnam bij de Kliffen van Moher in Ierland, en spoel door naar 0:25:
De gimbal van de betreffende quadcopter is weliswaar opgehangen aan flexibele rubbertjes die moeten voorkomen dat er trillingen overgebracht worden op de camera, maar die kunnen toch niet voorkomen dat er af en toe jello te zien is. Zeker bij de rand van de klif stond er veel wind en daar is het jello-effect dan ook het meest zichtbaar. Op zich waren de beelden nog wel bruikbaar, maar professioneel is het niet.
De vraag is dus: wat kun je doen om jello te verminderen of zelfs te voorkomen?
1. Balanceer je propellers
Wil je ervoor zorgen dat je zo min mogelijk last hebt van ongewenste trillingen, dan ontkom je er niet aan om de bron van die trillingen aan te pakken: de propellers. Het kan zijn dat deze gebalanceerd moeten worden, net zoals de banden van je auto. Voor het balanceren heb je naast wat fijn schuurpapier en een eenvoudig frame nodig, dat je in staat stelt om te controleren of een propeller uit balans is of niet. In onderstaande video wordt uitgelegd hoe het balanceren in zijn werk gaat.
Het kan ook zijn dat je propellers na verloop van tijd wat rafelig zijn geworden, bijvoorbeeld doordat ze een keer een takje of een steentje hebben geraakt. De verminderde aerodynamica zorgt voor ongewenste luchtwervelingen en dat leidt weer tot trillingen. Vervang in dat geval je propellers door nieuwe exemplaren. Eventueel kun je die na aankoop eerst nog even zelf balanceren.
2. Gebruik een ND filter
Een tweede truuk die je kunt toepassen om jello te verminderen is door de sluitertijd van je camera kunstmatig omlaag te brengen. Dat kun je bereiken door de lens van de camera te voorzien van een zogenaamd neutral density filter, ook wel ND filter genoemd. Zo’n filter zorgt ervoor dat er minder licht op de sensor valt, waardoor de camera elk frame iets langer moet belichten.
Je zou intuïtief denken dat de camera daardoor juist gevoeliger wordt voor jello, maar dat is niet het geval: de hoogfrequent trillingen van de propellers zorgen bij een langere sluitertijd weliswaar voor enige bewegingsonscherpte, maar die is lang niet zo hinderlijk als jello. In onderstaande video zie je het effect van een ND filter.
Helaas kun je niet naar een willekeurige fotovakhandel stappen om daar een ND filter te kopen voor je drone. Zeker als je werkt met een GoPro of andere camera met een fisheye-lens dan is het van belang om een filterframe aan te schaffen die specifiek voor jouw camera bedoeld is, om vignettering te voorkomen.
3. Selecteer een hogere framerate
Een derde manier om jello te voorkomen is door de framerate van je camera te verhogen. Film je normaal gesproken op 24 of 30 frames per seconde (FPS), en heb je veel last van jello, probeer dan eens om op 48/60 FPS te filmen. Doordat de beeldfrequentie omhoog gaat heb je minder kans op interferentie met de trillingsfrequentie van de ronddraaiende propellers.
In onderstaande video wordt het verschil tussen 30 en 60 FPS inzichtelijk gemaakt. Bij 30 FPS zie je dat er veel sprake is van jello; zodra de camera-instelling op 60 FPS wordt gezet (vanaf ca. 0:50) dan is het rolling shutter effect veel minder. Nadeel is wel dat je bij veel camera’s dan niet meer in de hoogste resolutie kunt filmen.
Nooit meer last van jello: global shutter camera
Wil je nooit meer last hebben van jello, dan zit er niets anders op om te kiezen voor een camera die met ‘global shutter’ werkt. Hierbij wordt iedere frame in de video in één keer belicht en daardoor behoort jello tot het verleden. Er zijn inmiddels wel camera’s met een global shutter sensor te koop die specifiek bedoeld zijn voor drones, zoals de Micro Cinema Camera van Blackmagic. Aan dit soort semi-professionele filmcamera’s hangt echter een aardig prijskaartje.
Op dit moment ben ik aan het filmen op Ibiza met veel zon met een ND8 filter en dat werkt echt super! Geen last van Jelle of overbelichting.
Ik heb de set van phantomfilters.com, een aanrader!