Samenwerking KNVvL en Drone Flight Academy gaat airborne

De vraag naar vliegbewijzen voor drones neemt sterk toe doordat steeds meer Nederlanders dronepiloot willen worden. De Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart (KNVvL) en de Drone Flight Academy (DFA) gaan daarom samenwerken bij het opleiden en afnemen van examens. De combinatie is uniek; studenten krijgen bij Drone Flight Academy les van ervaren instructeurs en sluiten de opleiding af met een onafhankelijk examen van het KEI.

Een opleiding volgen tot dronepiloot kan al sinds enkele jaren in Nederland, maar door de versoepeling van de wetgeving voor drones tot 4 kilo, wordt verwacht dat veel meer Nederlanders dit najaar gaan proberen om hun dronebrevet te behalen. De eerste theorieopleiding van de Drone Flight Academy was bijzonder snel volgeboekt. Het KNVvL Examinering Instituut (KEI) verzorgt de examens en is ingericht volgens de kwaliteitseisen voor examens van de EASA en de Nederlandse overheid.

Het KEI ondersteunt tevens examencommissies van diverse luchtsportafdelingen bij de praktische uitvoering van een examen. Bijvoorbeeld door inschrijvingen te beheren, vooropleidingen te verifiëren en uitslagen te corresponderen. Dit alles doet het KEI al jaren succesvol voor bijvoorbeeld schermvliegers en piloten van zweefvliegtuigen.

Recreatieve piloten mijden theorie nog

Met name mensen die beroepsmatig met drones willen gaan vliegen, hebben zich ingeschreven. Recreatieve piloten gaan vaker direct voor het examen. Directeur Sander Starreveld van de Drone Flight Academy verwacht dat hier wel snel verandering in gaat komen. “Het gemiddelde slagingspercentage van het verplichte theorie-examen ligt rond de 70%. Ondanks dat mensen al een drone hebben en daarmee vliegen blijkt het toch lastig om zelfstandig het complexe luchtruim en de do’s en dont’s van het vliegen te leren. Er zit een groot gat tussen praktijk en theorie. Voor onze cursisten ligt het slagingspercentage nu op 100% terwijl het examen door het KEI onafhankelijk wordt afgenomen.” Het reflecteert duidelijk de kwaliteit en toegevoegde waarde van de opleiding. Zeker in combinatie met de pakketkorting voor KNVvL-leden verwacht de Drone Flight Academy nog een toename in het aantal cursisten.

Onafhankelijk examen

Momenteel staat de regelgever nog toe dat het verplichte examen voor mini-drones bijvoorbeeld wordt afgenomen bij het bedrijf waar ook een drone aangeschaft wordt. Eigenlijk is het vreemd dat dit keuren van ‘eigen vlees’ nog mogelijk is binnen een onderdeel van de streng gereguleerde luchtvaartsector.

De KNVvL en Drone Flight Academy hebben juist elkaar gevonden in een visie waarin opleiding en examinering onafhankelijk van elkaar plaatsvinden. “Je hebt onafhankelijkheid nodig om waarde aan het brevet te kunnen geven.” aldus Sander Starreveld die eveneens actief is als gezagvoerder in de bemande luchtvaart.

Die onafhankelijkheid betekent niet dat beide organisaties niet nadenken over een praktische en flexibele invulling. Zo is het mogelijk om het examen direct na afronding van de theorie opleiding te doen. De examencommissie van het KEI komt dan langs op de locatie van de training. En dat betekent dan weer dat de KEI examens op verschillende locaties in het land kunnen worden afgenomen.

“Juist hierom hebben wij de samenwerking gezocht met de KNVvL; als onafhankelijke partij die staat voor plezier en kwaliteit in de luchtvaart. Door de krachten te bundelen is een hoge kwaliteit gegarandeerd. De opleiders bij de DFA hebben hun sporen verdiend in de bemande luchtvaart of als dronepiloot tijdens militaire operaties. Zij weten precies met welke risico’s en eisen een dronepiloot rekening zou moeten houden. Die kennis brengen zij tijdens de les actief aan de cursisten over.”