Amerikaanse vliegvelden gaan aanvragen voor drone-operaties in gecontroleerd luchtruim automatisch afhandelen
Komende herfst gaat er een uniek project van start in de VS. Een vijftigtal vliegvelden doet namelijk mee aan een project waarbij het voor professionele drone-operators zeer eenvoudig wordt om toestemming aan te vragen voor een vlucht in gecontroleerd luchtruim (CTR). Aan het project doen twaalf bedrijven uit de dronesector mee. Er wordt nauw samengewerkt met de Amerikaanse luchtvaartautoriteit FAA.
Direct autorisatie aanvragen
Het idee is dat een professioneel dronebedrijf via een online interface autorisatie aan kan vragen bij een bepaald vliegveld. Als blijkt dat de geplande dronevlucht geen gevaar oplevert voor het bemande luchtverkeer krijgt de operator direct toestemming voor het uitvoeren van de operatie, mits de vlucht wordt uitgevoerd in vooraf gedefinieerde zones en onder een bepaalde hoogte. Ook krijgt de luchtverkeersleiding een seintje dat er op tijdstip x en op locatie y een drone-operatie aan de gang is.
Dankzij het nieuwe systeem kan er niet alleen gevlogen worden op plekken waar dat tot op heden niet zonder meer mocht; ook spaart het systeem veel tijd uit doordat de luchtverkeersleiding zich niet tot in detail met iedere aanvraag hoeft te bemoeien. Op dit moment moet iedere aanvraag persoonlijk beoordeeld worden en dat levert in het gunstigste vertraging, en in het slechtste geval afstel van een geplande dronevlucht op.
Eerste stap op weg naar UTM
Het systeem dat drone-operators in staat stelt om online goedkeuring te krijgen voor een vlucht in een CTR heet Low Altitude Authorization and Notification Capability (LAANC) en werd mede ontwikkeld door het Amerikaanse bedrijf AirMap. Volgens directeur van dat bedrijf Greg McNeal moet het belang van LAANC niet onderschat worden.
Volgens McNeal is LAANC een eerste stap op weg naar de implementatie van een nationaal Unmanned Traffic Management (UTM) systeem, een technologische infrastructuur die ervoor moet zorgen dat drones en ander luchtverkeer op een veilige manier gelijktijdig gebruik kunnen maken van het luchtruim.
