DJI pleit tegen ‘Orwelliaanse’ systemen voor het managen van onbemand luchtverkeer
Het is volgens dronefabrikant DJI in ieders belang dat drones op een veilige manier geïntegreerd worden in het luchtruim, maar zijn er al voldoende technologieën en systemen voorhanden om het toenemend onbemand luchtverkeer in goede banen te leiden. In een tweetal whitepapers stelt DJI dat het weinig zin heeft om te investeren in kostbare gecentraliseerde systemen waarin alle dronevluchten gecoördineerd en gemonitord worden. In plaats daarvan zouden drones in de toekomst zelf prima in staat zijn om bijvoorbeeld uit te wijken voor ander luchtverkeer.
‘Technologie is al voorhanden’
DJI presenteerde haar visie tijdens de Drone Enable conferentie, die afgelopen weekend werd gehouden in Montreal. Deze conferentie was een initiatief van de International Civil Aviation Organization (ICAO), de organisatie die zich bezig houdt met de ontwikkeling van wereldwijde standaarden en protocollen voor de luchtvaartsector.
“De snelle omarming van drones door bedrijven, overheden, professionals en individuen leidt tot veel positieve toepassingen en mogelijkheden. Maar er zijn ook zorgen over de vraag hoe drones geïdentificeerd kunnen worden en hoe deze veilig kunnen vliegen in een complex luchtruim. Wij denken echter dat het antwoord niet ligt in nieuwe, complexe systemen voor het managen van drone traffic. DJI gelooft dat er al voldoende technologie voorhanden is om de meeste zorgen weg te nemen”, stelt Walter Stockwell van DJI.
Intelligente drones
In één van de whitepapers die DJI tijdens de conferentie presenteerde wordt beargumenteerd dat het voor het in goede banen leiden van onbemand luchtverkeer helemaal niet nodig is om een complex, gecentraliseerd systeem dat alle operaties overziet op te tuigen. In plaats daarvan kunnen drones zelfstandig hun vliegroutes onderling afstemmen en uitwijken voor obstakels en ander luchtverkeer, daarbij gebruik makend van bestaande technologieën en radiosystemen voor obstakeldetectie en collision avoid.
“Wij voorzien een toekomst waarin drones intelligent genoeg zijn om zelfstandig op een veilige manier deel te nemen aan het luchtverkeer. Bestaande On-board Anti-collision Technologies (OAT) zijn veel minder complex dan geautomatiseerde unmanned traffic management (UTM)-systemen, hebben minder kans op uitval en vergen geen aanvullende infrastructuur op de grond. Wij denken daarom dat deze technologieën eerder omarmd zullen worden door overheden dan complexe UTM-systemen.”
Lokale identificatie
In een andere whitepaper stelt DJI een systeem voor waarmee lokale overheden eenvoudig kunnen zien wat het registratienummer en de locatie en vliegrichting van een nabij vliegende drone is. Daarvoor zou gebruik gemaakt kunnen worden van de reguliere radioverbinding tussen drone en operator.
Volgens DJI is het helemaal niet nodig dat alle vluchtplannen – hoe klein en onschuldig ook – vooraf ingediend worden bij een centrale database. “Overheden en handhavers zouden zich moeten richten op het gebruik van lokale systemen waarmee achterhaald kan worden van wie een bepaalde drone is. Op die manier kan men prima achterhalen of een drone wel mag vliegen op de plek waar deze gesignaleerd wordt. Er is helemaal geen behoefte aan een Orwelliaans systeem waarin op een gecentraliseerde manier alle vluchten van alle drones worden bijgehouden”, stelt DJI.
U-Space
De kritische opmerkingen van DJI komen niet helemaal uit de lucht vallen. Momenteel wordt er wereldwijd door verschillende overheidsorganisaties – waaronder de Europese Commissie – onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om in de toekomst al het droneverkeer gecentraliseerd aan te sturen en te volgen. In Europa wordt dat gedaan onder de noemer U-Space, een veelomvattend systeem voor het aansturen, volgen en identificeren van drones.
DJI vreest dat dergelijke systemen niet alleen heel veel geld gaan kosten om te ontwikkelen, maar dat ze ook nog eens storingsgevoelig zijn en mogelijk inbreuk maken op de privacy van operators. “Er is geen enkele technologie te noemen waarvan het gebruik en de toepassing ervan continu door overheden gevolgd wordt. Laten we voorkomen dat drones een primeur krijgen op dit vlak.”