‘Drones helpen Afrikaanse journalisten om leugens te ontmaskeren’
In conflictgebieden is het voor journalisten vaak lastig om aan verslaggeving te doen. Soms zijn gebieden te gevaarlijk om zelf aanwezig te zijn, waardoor men afhankelijk is van mogelijk politiek gekleurde ooggetuigenverslagen. In andere gevallen bieden luchtbeelden simpelweg meer overzicht dan grondopnamen. In beide gevallen bieden drones en satellietbeelden uitkomst, stelt journalist Justin Arenstein van Code For Africa. Zijn stichting ondersteunt netwerkorganisatie africanDRONE.
Netwerk van dronejournalisten
Dat luchtbeelden kunnen bijdragen aan journalistieke waarheidsvinding behoeft waarschijnlijk weinig nadere toelichting. De gevolgen van zaken als klimaatverandering, oorlog en terroristische aanslagen zijn van bovenaf nu eenmaal vaak beter in kaart te brengen dan vanaf de grond. Satelliet- en dronebeelden kunnen dus een welkome bron van informatie zijn voor journalisten.
Zeker als het gaat om verslaggeving vanuit conflictgebieden zijn drones ideaal: drones kunnen snel ingezet worden terwijl de piloot op veilige afstand kan blijven. Om het gebruik van drones voor journalistieke doeleinden te bevorderen is in Afrika het initiatief africanDRONE opgericht. Dit is een netwerk van journalisten, drone-operators en media-analisten die gezamenlijk bijzondere verhalen weten te vertellen. Het initiatief wordt onder andere ondersteund door de NGO Code For Africa, de Knight Foundation en Google News Lab.
Waarheidsvinding vanuit de lucht
Er zijn al voorbeelden van waarheidsvinding vanuit de lucht. Zo kon dankzij satelliet- en dronebeelden worden aangetoond dat een legerbasis in Somalië door militanten was overvallen, met veel doden en gewonden tot gevolg. Dit terwijl de legerleiding van Kenia officieel ontkende dat de basis was overgenomen door rebellen. In een ander geval werd dankzij dronebeelden bewezen dat grond van arme dorpelingen onrechtmatig was ingepikt door rijke landeigenaren die hun jachtgronden wilden vergroten.
Dat dronebeelden een heel nieuw perspectief kunnen werpen op zaken als de tegenstelling tussen arm en rijk bewijst een reportage van africanDRONE-oprichter en fotograaf Johnny Miller. Zijn foto’s in de serie Unequal Scenes waarop de tegenstelling tussen arm en rijk in Zuid-Afrika genadeloos zichtbaar wordt gingen de hele wereld over. Later deed Miller ook een reeks andere landen aan, om daar soortgelijke dronefoto’s te maken.
Strenger wordende regels
Problematisch is echter dat dronejournalisten steeds vaker tegen restrictieve regelgeving aanlopen. Een paar jaar geleden was het gebruik van drones in Afrika nog amper gereguleerd, maar daar komt snel verandering in. In Kenia bijvoorbeeld moeten dronepiloten verplicht examen doen voordat ze een vliegbewijs kunnen verkrijgen, maar er zijn nog geen opleidingsinstellingen te vinden waar dat examen afgenomen wordt.
Volgens Miller ligt het gevaar op de loer dat het gebruik van drones door kleine ondernemers en journalisten op een gegeven moment zo goed als onmogelijk wordt. “Dat is niet helemaal toevallig: overheden van Afrikaanse landen konden wel eens bang zijn dat drones ‘teveel macht’ geven aan journalisten.”
‘Verhaal staat centraal’
Toch zijn drones en satellieten niet zaligmakend, denkt Arenstein. “Het journalistiek verhaal staat centraal. Pas als traditionele vormen van journalistiek niet volstaan om een bepaald verhaal te vertellen moet je teruggrijpen op andere methoden. Dronejournalistiek moet geen doel an sich zijn.”
(coverfoto: africanDRONE. Bronnen: DW, SvdJ)