Politie gaat experimenteren met drone jammers
De Nationale Politie wil gaan experimenteren met stoorzenders waarmee opgetreden kan worden tegen ongewenste drones. Dat blijkt uit een aanbesteding waarin aanbieders van zogenaamde drone jammers worden verzocht om hun oplossingen voor te leggen aan een testteam. Zowel de technische als operationele aspecten zullen tijdens de testperiode onder de loep genomen worden.
Toenemende zorgen
De politie is in toenemende mate bezorgd over het gebruik van drones door criminelen en terroristen of oneigenlijk privégebruik, blijkt uit de toelichting: “Drones worden steeds toegankelijker voor een groot publiek; ze zijn betaalbaar en gemakkelijk te gebruiken. Dit verhoogt het risico dat mensen met slechte bedoelingen drones gaan gebruiken. Het risico voor de nationale veiligheid en beveiliging bestaat onder meer uit het gebruik van illegale drones om incidenten op luchthavens te veroorzaken, de veiligheid en beveiliging van VIP’s in gevaar te brengen en terroristische aanslagen uit te voeren.”
Om die reden zou de politie graag beschikken over anti-drone maatregelen die altijd en overal snel inzetbaar zijn, in de vorm van zogenaamde drone jammers. Om tot een inventarisatie te komen welke technieken er momenteel beschikbaar zijn heeft de politie een aanbesteding uitgeschreven. Daarbij wordt benadrukt dat men niet op zoek is naar één ‘magic bullet’, omdat die waarschijnlijk niet bestaat, maar naar een samenstel van systemen die gezamenlijk afdoende mogelijkheden bieden om ongewenste drones effectief te hinderen.
Randvoorwaarden
Idealiter voldoet de counter-drone oplossing aan de volgende randvoorwaarden:
- Ofwel een mobiel, mobiel of vast systeem om drones te verstoren of neutraliseren;
- Het systeem moet ingezet kunnen worden tegen drones die nu op de markt zijn en drones die in de nabije toekomst op de markt worden verwacht;
- Geschikt voor praktisch gebruik door politiemedewerkers, toegelaten tot de Nederlandse markt en veilig voor de volksgezondheid.
De stoorzenders zelf moeten tegen een stootje kunnen, water- en stofdicht zijn volgens de IP classificatie, minstens 1 uur onafgebroken kunnen werken, een bereik hebben van minstens 150 meter en voldoen aan de Europese richtlijn 2013/35/EU aangaande de blootstelling van werknemers aan de risico’s van elektromagnetische velden. De systemen moeten eenvoudig in gebruik zijn en bovendien gecombineerd kunnen worden met drone detectiesystemen.
Omdat de inzet van drone jammers met het oog op de Telecomwet niet zonder meer is toegestaan (zoals ook blijkt uit deze toelichting door Agentschap Telekom), moeten leveranciers ook nog kunnen aantonen op welke manier zij bij kunnen dragen aan het verkrijgen van de juiste vergunningen om de stoorzender te mogen inzetten. Overigens gaf defensieminister Ank Bijleveld in juli van dit jaar aan dat ze overwoog om de inzet van drone jammers middels een Algemene Maatregel Van Bestuur (AMVB) breder mogelijk te maken.
Bedrijven die een geschikte anti-drone oplossing in huis denken te hebben kunnen zich nog tot 8 december inschrijven. Op 20 december wordt bekend gemaakt met welke partijen de politie verder gaat. Daarna volgt een testtraject waarbij TNO en het ministerie van Defensie betrokken zijn. De aanbesteding valt onder de categorie ‘elektronische oorlogsvoeringssystemen en tegenmaatregelen’.
Werking van een drone jammer
Een drone jammer is niets anders dan een stoorzender die een gerichte bundel elektromagnetische straling op een specifieke frequentie uitzendt. Door de bundel op een drone te richten kan ervoor gezorgd worden dat de radioverbinding tussen dronepiloot en drone verstoord raakt. Afhankelijk van de instellingen van de drone blijft deze vervolgens stil hangen, wordt de landing ingezet of vliegt de drone terug naar het punt van opstijgen – totdat de drone buiten het bereik van de jammer komt en de piloot de drone weer kan besturen.
Het nadeel van de methode is dat de besturing van de drone niet overgenomen kan worden om de drone bijvoorbeeld gecontroleerd naar een veilige plek te leiden. Ook werkt de methode niet tegen drones die niet afhankelijk zijn van een radioverbinding, doordat ze een voorgeprogrammeerd traject afleggen.

Veel drone jammers die momenteel in de handel zijn vertonen een opmerkelijke gelijkenis met conventionele vuurwapens, inclusief vizier, loop en trekker. De ‘loop’ bevat de richtantenne, met het vizier kan de jammer precies op de drone gemikt worden. Met behulp van de trekker wordt het stoorsignaal geactiveerd. Er zijn ook grotere drone jammer systemen voorhanden, die ten behoeve van de verplaatsbaarheid achterop een pickup truck gemonteerd zijn.
Een techniek die lijkt op drone jamming maar fundamenteel anders werkt is GPS spoofing. Daarbij wordt opzettelijk het GPS signaal verstoord waarvan drones afhankelijk zijn voor hun positiebepaling. Het nadeel van spoofing is dat ook andere apparatuur die van GPS afhankelijk is ontregeld kan raken.
Roofvogels
Eerder experimenteerde de politie met roofvogels die speciaal getraind waren om drones uit de lucht te plukken. Door de hoge kosten die de training en verzorging van de dieren met zich meebracht werd in 2017 besloten om het proefproject te beëindigen.
(coverfoto: DroneShield)