‘Elektrische luchttaxi Kitty Hawk geplaagd door veiligheidsissues en gebrek aan praktische toepassingen’
De ontwikkeling en vermarkting van een éénpersoons elektrisch aangedreven luchttaxi door de Amerikaanse startup Kitty Hawk wil maar niet van de grond komen als gevolg van veiligheidsissues en een gebrek aan praktische toepassingen. Dat verklaren een viertal anonieme ex-werknemers van het bedrijf tegenover Forbes. Een tweepersoonsversie van de personendrone – de Cora – wordt nu in een joint venture samen met Boeing verder ontwikkeld.
Mobiliteitsrevolutie
Kitty Hawk – vernoemd naar het historische vliegtuig van de gebroeders Wright, niet te verwarren met de drone management app Kittyhawk – werd in 2015 opgericht met als doel om elektrische luchttaxi’s te ontwikkelen die verticaal kunnen opstijgen en landen, ook wel aangeduid als eVTOL luchtvaartuigen. Niemand minder dan Google mede-oprichter Larry Page nam een belang in het bedrijf, dat naar eigen zeggen een revolutie wilde veroorzaken op het gebied van persoonlijke mobiliteit.
Eén van de producten die het bedrijf op de markt wilde brengen betrof een éénpersoons luchttaxi, de Flyer. Deze zou net zo eenvoudig te besturen moeten zijn als een jetski en werd aanvankelijk gepositioneerd als een recreatief luchtvaartuig, bedoeld om mee over het water te vliegen. Later startte Kitty Hawk de ontwikkeling van een tweepersoons autonoom vliegende eVTOL, de Cora. Die werd vanaf het begin gepositioneerd als een luchttaxi voor in de stedelijke omgeving.
Technische problemen
Tijdens de ontwikkeling van de Flyer liep men echter tegen tal van praktische problemen aan. Zo ontstond er regelmatig brand in de accu’s, de bedrading en de motoren. Het was echter not done om over veiligheidsissues te praten: twee werknemers die de veiligheid van het toestel ter discussie stelden werden ontslagen, andere kritische werknemers werden overgeplaatst. (Desgevraagd benadrukt een adviseur van Kitty Hawk dat er tijdens de ruim 26.000 testvluchten niemand gewond is geraakt, maar bevestigt noch ontkent dat er technische issues waren met de tientallen prototypes die er van de Flyer gebouwd zijn.)
Een belangrijker probleem was dat de Flyer amper praktische toepassingen had. Daarom werd besloten om het toestel niet meer te positioneren als recreatief luchtvaartuig, maar als mobiliteitsoplossing op basis van ride sharing: de basis onder menige urban air mobility-startup. Voor de veiligheid zou het toestel alleen boven water vliegen, en de inzittende zou niet zelf kunnen vliegen maar volautomatisch van A naar B gevlogen worden.
Samenwerking met Boeing
De beperkte capaciteit van de accu’s bleek echter een te grote bottleneck om van de Flyer een praktisch bruikbare luchttaxi te maken, welke ook nog eens goedgekeurd zou worden door de luchtvaartautoriteiten. Dat probleem treft ook de tweezitterdrone Cora. Dat was voor Kitty Hawk aanleiding om een samenwerking aan te gaan met Boeing, dat immers over veel expertise beschikt als het gaat om luchtwaardigheid en certificering.
Mogelijk dat Boeing er wel in slaagt om van de Cora, die in een joint venture met de naam Wisk is ondergebracht, een praktisch toepasbare en commercieel rendabele luchttaxi te maken. Momenteel wordt getracht om de personendrone in Nieuw Zeeland gecertificeerd te krijgen. In dat land voorziet de luchtvaartwetgeving in ‘avontuurlijke vluchten’ met toestellen die niet aan de gebruikelijke veiligheidseisen voldoen. Dat zou een manier kunnen zijn om het toestel commercieel in te gaan zetten zonder dat de tweezitter hoeft te voldoen aan de allerstrengste regelgeving.
‘Certificering 80% van het werk’
Hoe dan ook is er nog veel werk aan de winkel voordat de Cora het luchtruim kan kiezen met betalende passagiers aan boord. “De technologie is één ding. 80% van het werk gaat zitten in het gecertificeerd krijgen van het toestel”, aldus luchtvaartveiligheidsadviseur James Lawson in Forbes. “Veel startups op het gebied van urban air mobility zullen ongetwijfeld vastlopen in het lange proces van werkend prototype naar daadwerkelijk product, waarbij het meeste geld opgaat aan certificering.”