Meedenkbijeenkomsten zonering voor drones: zorgvuldig afwegen van alle belangen
Afgelopen week organiseerde het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in Utrecht twee meedenkbijeenkomsten over de aankomende zonering voor drones. Het ministerie probeert zoveel mogelijk input te verzamelen voor een zorgvuldige afweging van alle belangen en nodigde diverse stakeholders uit om mee te denken. Dronepiloot en natuurfotograaf Paul Oostveen bezocht één van de sessies en doet verslag.
Zonering
Per 31 december 2020 worden in de hele EU nieuwe regels van kracht voor drones. De basisregels zijn in alle landen gelijk. Wel mogen lidstaten zones gaan aanwijzen waar minder of juist meer mag. De meest extreme vorm is een vliegverbod (no-fly zone), maar ook andere zones zijn mogelijk. Denk aan een lagere maximale vlieghoogte, andere extra eisen of juist een versoepeling zoals een hogere vlieghoogte bij modelvliegterreinen. Hoe deze zonering er uit gaat zien is nog niet bekend en dus een onzekere toekomstfactor voor dronepiloten. De EU lidstaten moeten deze drone zones uiterlijk 1 juli 2021 gedefinieerd hebben.
Duidelijk is dat er veel partijen zijn die graag een beperking willen aan het aantal dronevluchten boven hun grondgebied. Hun wensen staan soms haaks op de belangen van recreatieve en professionele dronepiloten. Het ministerie probeert een zorgvuldige afweging te maken tussen alle belangen. Uniek aan Nederland is dat het ministerie heeft gekozen voor een participatietraject om goed in beeld te krijgen waar ze allemaal rekening mee moeten houden. Pas daarna wordt begonnen met de feitelijke invulling van de zones.
Voor- en nadelen van drones
Het participatietraject bestaat uit drie onderdelen. In de eerste plaats was het tot 17 januari mogelijk online te reageren door een keuze te maken uit voor- en nadelen. Het aantal deelnemers was maar heel beperkt (slechts 47 mensen kozen bijvoorbeeld een of meer voordelen uit) en ongetwijfeld verre van representatief. Toch geeft de verdeling van stemmen enig zicht in het belang van de argumenten.
De meest gekozen voordelen waren: ‘op een veilige manier inspecties uitvoeren’ (28x), ‘drones kunnen op missies worden gestuurd die voor mensen niet mogelijk zijn’ (28x), ‘vliegen met een drone is voor mij een hobby’ (22x) en ‘de inzet van drones is beter voor het milieu’ (17x). Minder genoemd werden ‘spoedeisende medische transporten zoals organen/medicijnen’ (11x), ‘meer veiligheid’ (11x), ‘mensen verdienen er hun brood mee’ (8x) en ‘afleveren van pakketjes voor de deur’ (3x).
De meest geselecteerde nadelen waren: ‘drones brengen mijn privacy in gevaar’ (16x), ‘veiligheidsrisico’s zoals hacks en gebruik door terroristen/criminelen’ (14x) en ’te veel risico voor ander luchtverkeer’ (11x). Minder genoemd werden ‘geluidsoverlast’ (8x), ‘verstoring in natuur- en recreatiegebieden’ (6x), ‘gevaar voor mensen op de grond’ (5x), ‘vervanging van werk van mensen’ (3x) en ‘horizonvervuiling’ (1x).
Meedenkbijeenkomsten
Op 21 en 24 januari 2020 waren er twee meedenkbijeenkomsten in Utrecht. Bij de eerste bijeenkomst waren vooral mensen uit de dronewereld aanwezig. Bij de tweede bijeenkomst bleek het gezelschap gevarieerder en waren meer andere belanghebbenden aanwezig, waardoor ook wat meer discussie ontstond. Ik was aanwezig bij deze tweede bijeenkomst. Uit de eerste inventarisatie wordt duidelijk dat de meeste deelnemers zijn gekomen om hun belangen te behartigen: dronepiloten vooral om hun mogelijkheden te beschermen; anderen om bedreigingen van drones te beperken. In de loop van de middag ontstaan verschillende constructieve discussies over de dilemma’s en mogelijke oplossingen daarvoor.
Tijdens het eerste deel van de middag werd ook gesproken over kansen en bedreigingen van de nieuwe EU regels. Veel deelnemers zien meer kansen ontstaan, zeker voor professionele dronepiloten. Ook komt er meer duidelijkheid (ook over de grenzen heen) en worden sommige dingen eenvoudiger. Maar bedreigingen zijn er ook: de regels zijn behoorlijk complex met alle categorieën. Ook de nog in te vullen zonering wordt door sommigen als een mogelijke bedreiging genoemd, als deze te veel beperkingen oplegt of te ingewikkeld wordt. Anderen zien risico’s in de sfeer van meer overlast of voor andere luchtruimgebruikers.
Dilemma’s in de praktijk
Tijdens het tweede deel van de middag werden in vijf verschillende groepen vijf fictieve casussen besproken. De vijf voorbeelden waren nadrukkelijk niet gekozen om deze situaties alvast in te kleuren op de zonekaart, maar veel breder om samen na te denken over de uitgangspunten van zonering en de mogelijke dilemma’s en oplossingen.
De groep waar ik me bij aansloot behandelde een camping op een van de Waddeneilanden. Een plek die misschien aantrekkelijk is om te experimenteren met nieuwe drone-operaties boven land en zee maar ook een plek waar gasten in de zomer ongestoord op de camping willen zitten. De camping ligt in een Natura 2000 gebied en vlakbij een militair oefengebied.
Aan tafel zaten een bezorgde burger, de coördinator handhaving van Staatsbosbeheer, de directeur van de KNVvL, mijn collega (natuurfotograaf op de grond en waarnemer bij dronevluchten) en ikzelf (natuurfotograaf met een drone). We waren het er snel over eens dat op een drukke zomerdag drones niet gewenst zijn boven de camping en het volle strand. Tijdens andere seizoenen zagen we echter wel mogelijkheden: denk aan het strand op een rustige herfstdag of boven het campingterrein tijdens de wintersluiting.
In de natuurgebieden op het eiland spelen andere aspecten maar ook daar kan flexibiliteit een oplossing zijn: boven broedgebieden alleen buiten het broedseizoen, in militaire CTRs buiten de openingstijden van de luchtbasis en helihaven. Ook de gedragscode voor het Waddengebied biedt handvaten: deze kan dronepiloten meer bewust maken van risico’s van verstoring (van natuur en recreanten) en biedt concrete handvaten om zulke verstoring te vermijden. Voor handhaving is de huidige gedragscode misschien minder geschikt, maar we bedachten dat bepaalde elementen ervan mogelijk een plek kunnen krijgen in de zonering. Ron van de Leijgraaf van het ministerie noemde dat later een interessante suggestie waarvan zal worden bekeken of ze daar iets mee kunnen.
Belangenafweging
Andere groepen behandelden andere casussen. In de Flevopolder zijn bijvoorbeeld veel mogelijkheden voor dronevluchten in de agrarische sector en bij inspectie van windmolens, maar een groot deel van de polder zit sinds november 2019 op slot vanwege de nieuwe CTR voor luchthaven Lelystad. Als oplossing werd gesuggereerd het laagste deel van het luchtruim (bijvoorbeeld tot 20 of 50 meter) open te stellen voor dronevluchten. In andere casussen (een groot pretpark, een groot evenement met veel publiek en de molens van Kinderdijk) zijn er ook veel tegenstrijdige belangen, die mogelijk lokaal opgelost kunnen worden of waar bijvoorbeeld alleen bepaalde dronepiloten toestemming zouden kunnen krijgen (voor specifieke toepassingen, of tot een bepaald quotum is bereikt).
Alles bij elkaar kijk ik met een tevreden gevoel terug op de bijeenkomst. Het is een goed teken dat het ministerie alle belanghebbenden waaronder de dronesector serieus wil nemen en de belangen zorgvuldig en transparant wil afwegen. De discussies laten zien dat er ruimte ontstaat voor oplossingen met een breder draagvlak als alle partijen meepraten en elkaar serieus nemen. Maar natuurlijk blijft het spannend hoe de zonekaart er uiteindelijk uit gaat zien.
Hoe nu verder?
De resultaten van de meedenkbijeenkomsten en online participatie worden nu samengevat en verschijnen uiterlijk 7 februari 2020 op de website Luchtvaartindetoekomst.nl. Vervolgens kan iedereen nog tot 6 maart reageren, als je vindt dat er nog een behoefte of idee ontbreekt. Op de website verschijnt ook een Q&A met antwoorden op vragen aan het ministerie. Op 31 mei krijgen in ieder geval alle deelnemers een terugkoppeling met informatie over de stand van zaken en het verdere vervolg. Daarnaast zijn er ook nog andere vormen van overleg, bijvoorbeeld met gemeenten en provincies.
Het ministerie hoopt nog dit kalenderjaar een eerste slag voor de kaart te maken. Uiterlijk op 31 december 2021 (dus een jaar na de invoering van de EU regels) moet de nieuwe zonekaart helemaal gereed zijn. In de loop der jaren kunnen vervolgens nog aanpassingen aan die kaart worden gemaakt.