Dronevliegen bij harde wind: waar moet je op letten?

Ongeacht het seizoen kun je in Nederland geconfronteerd worden met flinke windsnelheden. Maar tot welke windkracht is het nog verantwoord om te gaan vliegen met je drone? En waar moet je op letten als je toch besluit om je drone bij harde wind op te laten? In dit artikel geven we 10 tips over dronevliegen bij harde wind.

Toegegeven, als dronepiloot zijn harde wind en regen van die weersomstandigheden waar je niet echt op zit te wachten. Toch kan het gebeuren dat je wilt vliegen bij harde wind, bijvoorbeeld omdat je simpelweg een opdracht moet uitvoeren of omdat je een keer een ruige zee wilt vastleggen vanuit de lucht.

Gelukkig zijn moderne drones tot heel wat in staat. Een flinke bries wil dus niet zeggen dat er niet gevlogen kan worden. Zeker als je onderstaande tips opvolgt is er heel wat mogelijk. Maar zoals altijd geldt: gebruik je eigen verstand en vaar niet blind op de adviezen van anderen. Als het niet vertrouwt, laat dan je drone aan de grond staan.

1. Check de specificaties van je drone

Kennis van je drone is essentieel als het gaat om vliegen bij uitdagende weersomstandigheden. Check daarom eerst wat volgens de fabrikant de maximale windsnelheid is die je drone aan zou moeten kunnen. Deze waarde wordt meestal opgegeven in m/s. Dit kun je eenvoudig omrekenen naar km/uur of Beaufort met onderstaande tabel.

Hieronder vind je de volgens de fabrikant maximale windbestendigheid van een aantal populaire drones:

• DJI Mavic Mini: 8 m/s
• DJI Mavic 2: 10 m/s
• DJI Inspire 2: 10 m/s
• DJI Matrice 200-serie: 12 m/s
• DJI Phantom 4 Pro: 10 m/s
• Parrot Bebop 2: 16 m/s
• Parrot Anafi: 14 m/s

Misschien is je drone best in staat om op te stijgen bij hardere windsnelheden, maar vergeet niet dat je ook nog enige vliegsnelheid moet kunnen ontwikkelen in alle richtingen, dus ook tegen de wind in. Wees dus op je hoede als de actuele windsnelheid in de buurt komt van de door de fabrikant opgegeven maximale waarde.

2. Gebruik een goede app ter voorbereiding

Hoeveel wind er precies staat is soms zeer tijd- en locatie-afhankelijk. Het kan daarom geen kwaad om een goede app te gebruiken die inzicht geeft in de momentele en verwachte windsnelheid en -richting. Een app die onze voorkeur geniet is Windy, beschikbaar voor Android en iOS. De app is gratis te downloaden en heeft een weergave die afgestemd is op luchtvaarders. Voordeel van deze app is bovendien dat je naast de gemiddelde windsnelheid en -richting ook de snelheid van windvlagen te zien krijgt.

Professionele dronevliegers baseren zich in principe op de meteorological aerodrome report (METAR) en terminal aerodrome forecast (TAF), die om de paar uur worden uitgegeven voor vliegvelden. Je kunt de TAFs voor verschillende Nederlandse vliegvelden vinden bij het KNMI. De windsnelheid wordt uitgedrukt in knopen. De G staat voor gusts (windvlagen). De windrichting wordt opgegeven in graden.

3. Stijg alleen op met volle accu’s

Je bent misschien gewend om wel eens op te stijgen met een accu die al voor een deel is leeggevlogen. Doorgaans kan dat prima, maar in het geval van uitdagende weersomstandigheden zoals harde wind is het advies toch om alleen met een volle accu op te stijgen. De accu moet namelijk extra veel energie leveren en raakt daardoor sneller leeg dan je gewend bent. Als de accu al voor een deel ontladen is, dan zou je wel eens in de problemen kunnen komen, zeker als je ook nog eens tegen de wind in terug moet vliegen (zie tip #5).

4. Houd rekening met wervelingen en windschering

Sta je in de buurt van gebouwen, dijken of bomen? Houd er dan rekening mee dat de windomstandigheden op enkele tientallen meters hoogte totaal anders kunnen zijn dan wat je aan de grond ervaart. Je zult niet de eerste zijn die een drone meegevoerd ziet worden door de wind zodra je boven de boomtoppen uitkomt. Luchtwervelingen achter obstakels kunnen bovendien zorgen voor onvoorspelbaar vlieggedrag. Zoek het liefst een open plek uit vanwaar je gaat opstijgen.

5 Vlieg tegen de wind in weg en met wind mee terug

Misschien wel de belangrijkste tip in dit overzicht: zorg ervoor dat je na het opstijgen tegen de wind in wegvliegt. Je ziet gauw genoeg of de drone voldoende kracht heeft om van je vandaan te komen en de wind te bedwingen. Zo niet, dan landt je zo snel mogelijk weer. Zorg er verder voor dat de drone nooit tegen de wind in terug hoeft te vliegen zodra je klaar bent met je vlucht: je zult niet de eerste zijn wiens drone wordt meegevoerd door de wind…

6. Houd continu de resterende accucapaciteit in de gaten

Je bent als het goed is gewend om af en toe met een schuin oog te kijken naar de resterende accucapaciteit. Doe dat wat vaker als je met hoge windsnelheden aan het vliegen bent. De accu zal sneller leegraken en je wilt voldoende resterende accucapaciteit hebben voor een geslaagde terugvlucht. Wacht niet totdat de capaciteit is afgenomen tot 20% of minder, maar begin rond de 30% al met terugvliegen. Vergeet niet dat het tijdens de vlucht harder kan gaan waaien.

7. Laat de drone niet te snel om zijn as draaien

Je zult zien dat je drone aardig schuin gaat hangen tijdens een vlucht in harde wind. Geef je drone de tijd om zich te richten. Dat betekent ook dat je het toestel liever net al te snel om zijn top-as laat draaien (yaw), om te voorkomen dat de drone een flink eind wordt meegevoerd door de wind als gevolg van een ferme draai en de resulterende tijdelijke verandering in scheefstand.

8. Wees alert tijdens het opstijgen en landen

Ook bij drones geldt dat opstijgen en landen de meest kritische momenten zijn van een vlucht. Het gevaar is dat het toestel kantelt, met beschadigde propellers of andere narigheid als gevolg. Wees resoluut en stijg na de start direct op, om het toestel daarna op 1 of 2 meter hoogte even te laten hoveren. Zet de drone in één beweging aan de grond tijdens het landen. Pas verder op met stuifzand, waar je laag bij de grond mogelijk extra last van hebt (zie ook de volgende tip).

9. Pas op met zand en stof

Laag bij de grond loop je de kans dat je drone aardig gezandstraald wordt tijdens het starten en landen. Zeker na afloop van de vlucht doe je er goed aan om zand en stof uit de motoren en gimbal te blazen, bijvoorbeeld met behulp van een blaasbalgje waarmee je ook fotocamera’s kunt reinigen. Voorkomen is beter dan genezen: probeer zoveel te voorkomen dat er viezigheid in je drone terechtkomt.

10. Schakel over op Sport Mode en/of verminder de vlieghoogte in geval van een fly-away

Dreigt je drone ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch met de wind mee af te drijven? Schakel indien mogelijk over op de Sport Mode van je drone. In deze stand kan het toestel hogere snelheden behalen en dat helpt hopelijk om de wind te bedwingen en terug te vliegen. Probeer ook om vlieghoogte te verliezen: dicht bij de grond waait het vaak wat minder hard dan op grotere hoogte. Als zelfs dat niet helpt, dan kun je overwegen om de drone zo gecontroleerd mogelijk te laten landen, dat is nog altijd beter dan een fly-away!

Tot slot

Tot slot: alhoewel je drone veel kan hebben, moet je niet vergeten dat het toestel alle kanten op wordt geschud als het hard aan het waaien is. Voor superstabiele videobeelden is harde wind dus niet bepaald een voordeel. De gimbal compenseert weliswaar de scheefstand en onverwachte verdraaiingen van het toestel, maar op- en neer gaande bewegingen leiden tot onrustig beeld. Dat is zeker zichtbaar als je dicht bij de grond vliegt.