‘Boeren nog niet overtuigd van meerwaarde drones’
Agrarische ondernemers die zich bezig houden met precisielandbouw zijn nog niet overtuigd van de meerwaarde die de inzet van drones met zich mee zou brengen. Dat stelt Annelot Schmeitz in een onderzoek naar het gebruik van drones in de precisielandbouw. Schmeitz verrichte haar onderzoek ter afsluiting van een bachelorstudie Internationale Bedrijfskunde aan de Universiteit Twente.
Vijf dimensies
Voor haar onderzoek sprak Schmeitz met boeren, agrarische experts en dronebedrijven. Het onderzoek richtte zich niet zozeer op de techniek zelf, maar op vijf dimensies die volgens een door Space53 ontwikkelde UAV Readiness Quick Scan bepalen of een bepaalde dronetoepassing rijp is voor de markt: technologie, business, ethisch, juridisch en sociaal.
Aan de drones zelf ligt het niet: die zijn in technologisch opzicht ver genoeg ontwikkeld. Maar op de andere dimensies scoort het gebruik van drones voor precisielandbouw nog niet hoog genoeg. Zo zouden drones beter geïntegreerd moeten worden met bestaande agrarische technologieën en moet het duidelijker worden wat precies de kosten en baten zijn.
Geen bewezen businesscase
Het grootste probleem is dat er geen bewezen businesscase is. Dat komt doordat de agrarische sector erg gefragmenteerd is, waardoor het moeilijk is om sectorbrede gegevens te ontwikkelen. Een ander probleem is dat fabrikanten allerlei technologieën aanbieden waar boeren helemaal geen behoefte aan hebben.
Op de ethische dimensie zien boeren minder bezwaren. Er worden immers geen mensen in beeld gebracht, en het gebruik van drones om effectiever om te gaan met pesticiden kan juist positief uitpakken qua maatschappelijke acceptatie. Wel zien boeren potentiële risico’s wat betreft het verzamelen en beheren van data, als dat betekent dat dit extra controle of druk met zich meebrengt.
Juridische en sociale hindernissen
Als het gaat om juridische randvoorwaarden is het opmerkelijk te noemen dat Schmeitz in haar studie niet ingaat op droneregelgeving. Wel worden aspecten als databescherming, privacy en aansprakelijkheid genoemd. Met dat laatste wordt niet zozeer de aansprakelijkheid van de boer bedoeld als er iets misgaat met een drone, maar de afwezigheid van garanties vanuit leveranciers met betrekking tot nauwkeurigheid van de data.
Tot slot ligt er nog een grote uitdaging op sociaal vlak. Volgens één van de ondervraagden kampen boeren met druk vanuit leveranciers van chemische bestrijdingsmiddelen. Als een boer dankzij de inzet van drones veel minder pesticiden bestelt, dan zal een leverancier dat niet bepaald waarderen. Aan de andere kant stijgt de sociale acceptatie van het gebruik van drones, vanwege de toenemende aandacht voor milieuaspecten.
Vervolgonderzoek
In haar conclusie merkt Schmeitz op dat de gebruikte onderzoeksmethodologie niet ideaal was. De vragen van de UAV Readiness Quick Scan werden niet altijd begrepen. Ook was het aantal respondenten lager dan gehoopt, mede als gevolg van de coronacrisis. Voor toekomstig onderzoek zou de tool verbeterd moeten worden en ook zouden er meer betrokkenen geïnterviewd moeten worden.