CTR-problematiek bij inzet drones steeds nijpender; DCRO luidt wederom noodklok
Het is de professionele dronebranche een doorn in het oog: in het gecontroleerde luchtruim van Amsterdam en Maastricht kan op enig moment slechts 1 commerciële drone-operator tegelijkertijd actief zijn. Sinds kort is er bovendien sprake van een nieuwe limiet op het aantal gelijktijdige dronevluchten in de CTR van Rotterdam. DCRO-voorzitter Martijn Arkesteijn reageert teleurgesteld en vreest voor een toename van illegaal vliegen.
Verplicht separeren
In Nederland moeten alle dronevluchten in gecontroleerd luchtruim – in tegenstelling tot in een aantal andere Europese lidstaten – wettelijk gezien gesepareerd worden door een luchtverkeersleider. Dat betekent een pre-autorisatie voor iedere dronevlucht en begeleiding via de radio tijdens een vlucht. Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) levert hier echter maar beperkt capaciteit voor, wat zich in de praktijk vertaalt tot een limiet op het aantal gelijktijdige commerciële dronevluchten in de verschillende CTRs.
Het gevolg is dat drone-operators vaak nul op het rekest krijgen bij een aanvraag, of zelfs kort voor een geautoriseerde vlucht te horen krijgen dat deze toch niet door kan gaan en dan onderling moeten bepalen wie wel of niet mag vliegen. Met alle economische gevolgen en reputatieschade van dien. In goed overleg met andere operators en de klant kan er soms wel een en ander onderling afgestemd worden, maar dit kost veel tijd en het is niet altijd mogelijkheid om geplande vluchten last-minute te verschuiven, bijvoorbeeld als het gaat om industriële inspecties of filmopnamen waar al een hele crew en cast voor klaar staat.
Bijgestelde limiet
De limiet gold al even voor Amsterdam Airport Schiphol en Maastricht Aachen Airport. Maar sinds kort is er een nieuwe limiet geïntroduceerd in de CTR van Rotterdam The Hague Airport, namelijk 3 dronevluchten tegelijkertijd. Dit terwijl er juist een flinke groei is van het aantal dronevluchten in de regio, niet alleen voor mediaproducties, maar ook voor bijvoorbeeld inspecties in het Rotterdamse havengebied.
Volgens Martijn Arkesteijn, die als voorzitter van branchevereniging DCRO opkomt voor de belangen van professionele operators, staan de limieten op het aantal gelijktijdige dronevluchten in CTRs volstrekt niet in relatie tot de vraag en aanbod vanuit de markt. In een brandbrief aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat roept hij op tot een snelle verruiming van de mogelijkheden. “Dit beleid is echt ridicuul, oneerlijk op het gebied van gelijk speelveld, werkt illegaal vliegen in de hand en heeft een mega-impact op de vitaliteit van onze branche.”
CTR-taskforce
DCRO is één van overlegpartners binnen de vorig jaar opgerichte Drone Council Nederland. De CTR-problematiek staat van meet af aan hoog op de agenda en er werd zelfs een CTR-taskforce in het leven geroepen. Volgens het ministerie van IenW zijn er binnen die werkgroep vijf verschillende oplossingsrichtingen in gang gezet, die uiteindelijk moeten leiden tot een duurzame oplossing waarbij er veilig en betrouwbaar ruimte kan worden gegeven aan dronevluchten in de CTR. Dit in samenwerking met LVNL en het ministerie van Defensie.
Maar Arkesteijn ziet het gebrek aan voortgang met lede ogen aan en roept op tot een snelle verruiming van de mogelijkheden. “Inmiddels zijn er 198 professionele drone-operators werkzaam in de Specific categorie, waarvan er 166 legaal mogen vliegen binnen de CTR (conform laatste rapportage ILT). Wij verwachten dat DGLM de LVNL maant tot bezinning en er per 1 april 2023 weer het beleid van voor 1 januari 2022 geldt, waarbij er in Schiphol en Beek minimaal 2 Specific partijen mogen vliegen en in Rotterdam 5. En uiteraard allemaal tegelijkertijd.”
Situatie in andere landen
In een aantal andere EU-lidstaten, waaronder België, Duitsland en Polen, gelden er soepelere regels voor het vliegen met drones in CTRs, en zijn er zelfs mogelijkheden voor dronevliegers in de Open categorie. Dat is dan geregeld door middel van hoogtebeperkingen of klaringen via een app, zonder verplichting voor tweezijdig radioverkeer.
Ook zijn er lidstaten die met driedimensionale zones rondom de CTRs (‘omgekeerde bruidstaart’) werken of die inspecties binnen 30 meter van een object niet zien als vliegverkeer (en de vluchten behoeven dus ook niet aangemeld te worden). Arkesteijn: “Het bizarre is dat we één en dezelfde Europese verordening hebben, die juridisch verschillend geïnterpreteerd wordt door de lidstaten. Dit kan toch niet de bedoeling zijn.”
Reactie LVNL
LVNL ontkent overigens tegenover Dronewatch dat er sprake zou zijn van een aangepaste limiet op dronevluchten in de CTR van Rotterdam. Wel laat een woordvoerder weten dat de organisatie te kampen heeft met een gebrek aan mankracht: “Er is momenteel geen sprake van een vermindering van het aantal commerciële dronevluchten dat is toegestaan in de Rotterdam CTR. LVNL heeft een krappe bezetting en de begeleiding van drones vraagt veel capaciteit. LVNL onderzoekt mogelijkheden om dit op een efficiënte en veilige manier te blijven doen.”
Het wort tijd de strikte limieten in CTR’s aan te passen. Nu is vliegen geheel verboden terwijl in andere landen er wel degelijk mogelijkheden zijn meestal tot een beperkte hoogte (bijvoorbeel 50 meter, behalve in de aanvliegroutes) ), maar dat lijkt me prima.
Vanuit een veilgheidsoogpunt kan dat gemakkelijk, het opent veel mogelijkheden voor zowel professionele als hobby piloten en het betekent een lastenverlichting voor de luchtverkeersleiding en voor de lieden die vergunningen moeten verlenen.