Onderzoek

Drones succesvol ingezet om ganzen te verjagen in provincie Utrecht

Een succesvolle proef in de provincie Utrecht toont aan dat het gebruik van drones om ganzen te verjagen werkt, maar er zijn nog ruimte voor verbeteringen. Het verkorten van de reactietijd tussen melding en de start van de vlucht is een belangrijk aandachtspunt. Bovendien kan de afstemming tussen dronevliegers en boeren die al ganzen verjagen, verder worden verbeterd. Dit concluderen CLM Onderzoek en Advies en Drowgoo, die samenwerkten aan het project.

Ganzen verjagen

Vorige zomer paste deze instanties de door Drowgoo ontwikkelde methode om ganzen te verjagen toe op 1.000 hectare grasland in de provincie Utrecht. Gedurende tweeënhalve maand werden ganzen met behulp van drones verjaagd. Het resultaat was dat er minder ganzen aanwezig waren, ze bleven langer weg en er was minder gewasschade in vergelijking met het voorgaande jaar.

Hoewel er momenteel al inspanningen worden geleverd om schade veroorzaakt door ganzen te beperken, neemt de schade nog steeds toe. Daarom is de provincie Utrecht op zoek naar nieuwe, niet-dodelijke methoden om ganzen effectiever te verjagen op specifieke gebieden. Na positieve ervaringen met het gebruik van drones op kleine schaal in Noord-Holland, wilde de provincie Utrecht het systeem op grotere schaal testen.

Sensoren

Het systeem maakt gebruik van sensoren die in de weilanden worden geplaatst om signalen van ganzen op te vangen. Een algoritme filtert vervolgens het geluid van ganzen uit de ontvangen signalen, waarna er gerichte actie wordt ondernomen. Zodra een bepaalde sensor veel ganzen detecteerde, werden de ganzen tijdens de proefperiode door de dronepiloten opgezocht en uit het gebied verdreven.

Uit de proef bleek dat de drone effectief is. Na elke dronevlucht bleven de ganzen steeds langer weg uit het testgebied, waardoor het aantal benodigde vluchten om ze te verjagen afnam. Daardoor werd uiteindelijk minder gewasschade geconstateerd dan in een referentiepolder, waar geen drones werden ingezet. Een nadeel van de methode is dat de ganzen simpelweg naar andere gebieden verplaatsen en daar schade aanrichten aan gewassen.

De responstijd tussen melding en drone-inzet bleek met gemiddeld 100 minuten echter te lang: in dit tijd werd al vraatschade aangebracht. Een oplossing zou kunnen zijn om de drones op afstand te besturen, dus zonder dat de piloot op locatie hoeft te zijn.

De referentiepolder en de vliegpolder. Bron: CLM

Draagvlak

Het verkrijgen van draagvlak onder de grondgebruikers was een belangrijk onderdeel van dit project. Zonder steun van de betrokken partijen zou het niet mogelijk zijn geweest om met drones te vliegen. Hoewel de meeste grondgebruikers ervan overtuigd waren dat het verjagen van ganzen met behulp van afschot de enige effectieve methode was, steunden ze toch het initiatief van de provincie en kon de proef doorgaan. Er zijn verschillende bijeenkomsten en gesprekken geweest om het draagvlak te vergroten. Het is op dit moment nog niet bekend of de provincie Utrecht het project zal voortzetten na deze geslaagde praktijkproef.

Het rapport Gebiedsgerichte ganzenaanpak: Praktijkproef voor het verjagen van ganzen van grasland met een drone kan hier worden gedownload.

(coverfoto: Drowgoo/Willemijn Stolk)

Avatar foto

Wiebe de Jager

Wiebe de Jager (@wdejager) is oprichter van Dronewatch en auteur van de boeken Dronefotografie en Dronevideo's maken. Wiebe is A1/A2/A3 gecertificeerd dronepiloot en beschikt over een exploitatievergunning voor de Specific categorie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meld je aan voor onze nieuwsbrief!

Vul hieronder je gegevens in en blijf op de hoogte.

Open nieuwsbrief aanmeldformulier