#advProRegelgeving

Dit verandert er op 1 januari voor operators in de Specific categorie

Op 1 januari 2024 gaat er een en ander veranderen voor drone-operators die actief zijn (of willen worden) in de Specific categorie. Het gaat daarbij om de invoering van identifcatie op afstand (Remote ID) en de mogelijkheid om de door EASA ontwikkelde standaardscenario’s (STS) te declareren bij de Inspectie Leefomgeving en Transport. In dit artikel wordt uitgelegd wat deze veranderingen inhouden.

Lees ook: Dit verandert er op 1 januari voor dronepiloten in de Open categorie

Remote ID verplicht

Vanaf 1 januari 2024 moeten alle drones waarmee wordt gevlogen in de Specific categorie voorzien zijn van een systeem voor identificatie op afstand (Remote ID). Dit systeem werkt als een soort flightradar voor drones: handhavers en burgers in de omgeving kunnen Remote ID-signalen opvangen en via een app zichtbaar maken van wie een bepaalde drone is (exploitantnummer), welke route deze heeft afgelegd en waar de piloot zich bevindt.

De nieuwste drone-modellen, waaronder de DJI Inspire 3 en Mavic 3 Pro, beschikken al over ondersteuning voor Remote ID. Andere wat oudere drone-modellen, zoals de eerste generatie Mavic 3, de Mavic 3 Enterprise en de Matrice 30 Series, hebben door middel een firmware-update Remote ID-functionaliteit toegevoegd gekregen. In al deze gevallen hoef je er als operator alleen maar voor te zorgen dat je exploitantnummer (inclusief de laatste 3 letters!) wordt ingevoerd in het instellingenmenu. Hoe dat moet, lees je in dit artikel.

Remote ID-addon

Vlieg je met een drone die geen ondersteuning biedt voor Remote ID, en waarschijnlijk ook geen firmware-update meer krijgt, zoals de DJI Inspire 2, Mavic 2 Enterprise of Matrice 200 Series? Dan kun je alsnog voldoen aan de identificatie op afstand-verplichting door een Remote ID-addon te installeren op de drone. Dit is een module die de positiegegevens en het exploitantnummer uitzendt, via Bluetooth+Wifi. Dit heet ook wel direct of broadcast Remote ID.

Een voorbeeld van zo’n module is de DroneBeacon Db120 van het Nederlandse bedrijf BlueMark Innovations. Deze addon werkt geheel standalone en is voorzien van een eigen accu en GNSS-ontvanger. Door de module te configureren met je exploitantnummer, op een drone te bevestigen en gedurende iedere vlucht in te schakelen, voldoe je eenvoudig aan de vereiste voor identificatie op afstand. Er is ook een inbouwversie: de DroneBeacon Db121pcb. Op de website van EASA zijn ook andere Remote ID-addons te vinden.

EASA STS declareren

Ben je nog niet actief in de Specific categorie, maar wil je dat wel worden? Dan is het goed om te weten dat het vanaf 1-1-2024 mogelijk is gebruik te maken van een EASA standaardscenario (STS). Hiervoor moet je een verklaring invullen en deze opsturen naar de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Na bevestiging van een volledig ingevulde verklaring mag je als operator meteen gaan vliegen.

Een standaardscenario biedt de meest laagdrempelige manier om actief te worden als operator in de Specific categorie. Je moet er wel rekening mee houden dat je op alle operationele vereisten moet kunnen bewijzen dat je compliant bent. Dat betekent dat je dus alsnog werk moet maken van een operationeel handboek, het bijhouden van logboeken, de juiste verzekering, en alle andere aspecten die hierbij komen kijken.

Twee varianten

Vanaf 1 januari zijn de volgende twee STS te declareren bij de ILT:

STS-01: VLOS boven een gecontroleerde grondoppervlakte in een bevolkte omgeving.
STS-02: BVLOS met luchtruimwaarnemers boven een gecontroleerde grondoppervlakte in een dunbevolkte omgeving.

Houd er rekening mee dat deze EASA-standaardscenario’s maar weinig meerwaarde bieden, zeker in Nederland. Met name de vereiste van gecontroleerd grondoppervlak maakt dat de STS zeer beperkt bruikbaar zijn. Daar komt bij dat er voor operaties in gecontroleerd luchtruim (CTR-gebieden) aanvullende procedures gelden. En, niet onbelangrijk: STS-01 en STS-02 gaan uit van drones met een C5 respectievelijk C6-label, en die zijn er op dit moment nog niet (op twee uitzonderingen na).

Kortom: het kunnen declareren van een EASA STS is eigenlijk een wassen neus. Je ontkomt vrijwel niet aan een complexere aanvraag op basis van een PDRA of SORA, wil je na 1-1-2024 op een zinvolle manier in de Specific categorie kunnen opereren.

Dit artikel wordt je aangeboden door BlueMark Innovations BV, producent van DroneBeacon RemoteID modules.

Avatar foto

Wiebe de Jager

Wiebe de Jager (@wdejager) is oprichter van Dronewatch en auteur van de boeken Dronefotografie en Dronevideo's maken. Wiebe is A1/A2/A3 gecertificeerd dronepiloot en beschikt over een exploitatievergunning voor de Specific categorie.

2 gedachten over “Dit verandert er op 1 januari voor operators in de Specific categorie

  • Je geeft aan dat STS-01 en STS-02 uit gaan van drones met een C5 respectievelijk C6-label.
    Betekend dit dat je met een andere variant C0-C1-C2 bijvoorbeeld, niet mag opereren volgens het standaard scenario?

    Beantwoorden
    • Avatar foto Wiebe de Jager

      De EASA standaardscenario’s STS 01 en 02 zijn alleen van toepassing op drones met een C5 cq C6-label. Drones met een ander label komen niet in aanmerking. Maar zoals in het artikel al staat, zijn de STS maar zeer beperkt bruikbaar. Je kunt beter kijken naar een autorisatie op basis van PDRA of SORA.

      Beantwoorden

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meld je aan voor onze nieuwsbrief!

Vul hieronder je gegevens in en blijf op de hoogte.

Open nieuwsbrief aanmeldformulier