Operators helpen Port of Rotterdam bij volgende fase in luchtruimbeheer
De haven van Rotterdam maakt aanzienlijke vooruitgang in het beheer van dronevluchten boven haar grondgebied. De succesvolle introductie van de WebApp voor het aanmelden van vluchtgebieden, aangevuld met feedback van drone-operators, leidt tot waardevolle inzichten en doorlopende verbeteringen. Ook zijn er stappen gezet om zowel scheepsposities als het bemande luchtverkeer beter zichtbaar te maken in het UTM-systeem van Airwayz.
Waardevolle inzichten
De gegevens die verzameld zijn uit de aanmeldingen leveren cruciale inzichten op in het gebruik van het luchtruim. Deze inzichten omvatten de duur van vluchten, favoriete vlieghoogtes en piektijden, en dragen bij aan een beter begrip en management van drone-activiteiten. Opmerkelijk is dat 8% van de aanvragen enigszins gewijzigd moest worden om conflicten met andere aanvragen te voorkomen. Dit bewijst de effectiviteit van het systeem in het voorkomen van operationele verstoringen.
Als reactie op gebruikersfeedback wordt de maximale duur voor vluchtaanvragen tijdelijk verlengd tot vijf uur. Deze aanpassing vereenvoudigt de planning voor operators die nu met twee aanvragen een hele dag kunnen werken, maar bevordert daarmee niet een efficiënter gebruik van het luchtruim. Het nauwkeurig aanvragen van tijdsperioden, vooral nu het aantal aanvragen toeneemt, wordt namelijk steeds belangrijker.
Operators wordt geadviseerd om voor hun vlucht de WebApp te raadplegen voor updates over het luchtruim en eventuele operationele wijzigingen. Verder moedigt Port of Rotterdam operators aan om rechtstreeks te integreren met het UTM-systeem, via het besturingssysteem van hun eigen drones of ondersteunende vluchtsoftware. Deze richting naar directe connectiviteit belooft een soepele operatie en real-time gegevensuitwisseling. Op verzoek kan Port of Rotterdam informatie verstrekken over directe integratie via SDK/API.
Gecombineerd overzicht drones en scheepsgegevens
De integratie van scheepsgegevens met het UTM-systeem, door het gebruik van openbare AIS-data, creëert een nieuw perspectief waarin de posities van zowel drones als schepen inzichtelijk worden. Deze koppeling stelt het Havenbedrijf in staat om een geïntegreerd beeld te vormen van dronevluchtgebieden in relatie tot de bewegingen en posities van schepen.
Op de langere termijn, met de ontwikkeling van meer specifiek beleid voor het vliegen over en in de nabijheid van schepen – vooral diegene die gevaarlijke stoffen vervoeren – biedt de inzet van verrijkte data van het Havenbedrijf aanzienlijke mogelijkheden. Deze data, die specifieke informatie over scheepstypen en hun ladingen omvat, kan gebruikt worden om de veiligheid en efficiëntie van drone-operaties in maritieme omgevingen verder te verhogen.
Elektronische zichtbaarheid bemande luchtvaart
De installatie van een ADS-B en FLARM ontvanger, in samenwerking met Aeret en Mapture, verbetert de detectie van bemand luchtverkeer in en rond de haven. Deze eerste ontvangers zijn geplaatst op een van de radarposten van het Havenbedrijf aan het eind van de landtong Rozenburg en dekken de haveningang en een deel van het U-Space gebied af. De gegevens van deze ontvangers, voor zover ADS-B aan boord gebruikt wordt, worden inmiddels ook zichtbaar gemaakt in het Airwayz-systeem via JSON, waarbij de betrouwbaarheid wordt gegarandeerd door het gebruik van eigen brondata.
Mark de Haan van Aeret zal de komende tijd het bereik van de antenne op lage hoogte nauwlettend monitoren. Na een initiële proefperiode zal er een beslissing worden genomen over het al dan niet implementeren van meerdere ontvangers in het gebied, gebaseerd op de verzamelde gegevens en de prestaties van de antenne tijdens de trial.
Daarnaast is het Havenbedrijf in samenwerking met het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR), de ANWB, en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) een onderzoek gestart, gericht op de analyse van historische data van bemand luchtverkeer. Dit moet een beeld geven van de verkeersdichtheid en ontmoetingskansen tussen bemand en onbemand verkeer in het U-space gebied. Dit inzicht is fundamenteel voor het ontwikkelen van strategieën die de veiligheid van alle luchtruimgebruikers waarborgen.
Meldingen van drone-operators over commerciële helikopters die structureel onder de minimum vlieghoogte vliegen, hebben geleid tot actie bij het ILT-loket. Deze gevallen benadrukken de noodzaak van strikte naleving en mogelijk verder onderzoek naar deze overtredingen.
Dynamische no-flyzone
Vanuit het Havenbedrijf zijn tot slot gesprekken opgestart met NHV, de helikopterexploitant voor het Loodswezen Rotterdam in de Pistoolhaven, om de veiligheid voor zowel helikopterpiloten als drone operators te verbeteren. Deze gesprekken focussen op het creëren van een dynamische no-flyzone die actief wordt wanneer helikopters vertrekken of landen, om zo droneverkeer op dat moment buiten de zone te houden. De invoering van dynamische no-flyzones is een eerste stap voor wat betreft het opzetten van de USSP geo-awareness dienst.
Evenement op 5 maart
Operators die werken in het U-space gebied en meer willen weten over deze ontwikkelingen, zijn uitgenodigd voor de demonstratiedag op 5 maart. Bekijk het programma voor meer details. Vanwege capaciteit is aanmelden vooraf verplicht.