Politie mag verkenningsdrone buiten zichtafstand gaan testvliegen in Twente
De politie mag in de regio Twente testvluchten gaan uitvoeren met een automatisch vliegende drone. Het doel is om tijdens noodsituaties sneller actueel beeldmateriaal te verkrijgen voor de meldkamer. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft onlangs toestemming gegeven om de drone buiten het zicht van de piloot (BVLOS) te laten vliegen. Ook mag er binnen het zicht van de piloot worden getest bij echte inzetten.
Snellere en efficiëntere noodhulp
De automatische drone zal worden ingezet om de meldkamer sneller te voorzien van een actueel situatiebeeld bij incidenten, wat essentieel is voor het sturen van de juiste hulpdiensten. Deze technologische vooruitgang biedt aanzienlijke voordelen bij de afhandeling van noodgevallen, zoals verkeersongevallen, woninginbraken en overvallen.
Hierbij staat centraal dat de drone opereert binnen de grenzen die gesteld zijn aan privacy en veiligheid. De politie benadrukt dat de drone niet zal worden ingezet voor zaken als surveillance en de inzet bij ordehandhaving. De eerste proefvluchten met de automatische drone zijn in het voorjaar van 2022 gestart. Na een langdurig traject heeft de ILT nu toestemming gegeven voor het vliegen buiten het zicht van de piloot.
VTOL fixed-wing drone
De drone waarmee de politie gaat vliegen, is de Aera 4 van de Nederlandse dronebouwer Avy. Dit is een zogenaamde VTOL fixed-wing drone. Het toestel stijgt en landt verticaal, waarna het als een vliegtuig verder vliegt. De maximale vliegtijd bedraagt tot 90 minuten. De drone is voorzien van een RGB- en IR-camera, zodat er zowel overdag als ’s nachts beelden gemaakt kunnen worden.
Het opstijgen gebeurt automatisch vanuit een docking station. Na iedere missie keert de drone terug naar deze dronebox om daar weer opgeladen te worden voor een volgende vlucht. De docking station opent en sluit zichzelf automatisch. Bij de dronebox staat een paal met meetinstrumenten om de lokale weersomstandigheden te monitoren.
Testomgeving
De tests vinden plaats rondom de voormalige vliegbasis Twente, waar de drone in een gebied van 6 vierkante kilometer mag opereren. Er wordt daarbij nog niet boven bebouwd gebied gevlogen. De drone vliegt in principe automatisch, maar ten behoeve van de veiligheid worden alle vluchten overzien door een gediplomeerd piloot die te allen tijde kan ingrijpen.
“Met de BVLOS-ontheffing voor het gebied rondom de voormalige vliegbasis Twente kunnen we scenario’s testen. In dit gebied bevinden zich kleine wegen, bos, weiland en een stuk spoorlijn. Die bieden ons de mogelijkheid om te simuleren met hulpverlening en hoe een locatie goed en effectief in beeld te brengen. Tegelijk kunnen we hier ervaring opdoen met BVLOS-opereren. Bij deze inzetten werken we vanuit het docking station”, zegt projectleider Remco Aagtjes.
Bij daadwerkelijke inzetten, zoals het bieden van ondersteuning vanuit de lucht tijdens incidenten of vermissingen, zal de drone binnen het zicht van aangewezen politiecollega’s vliegen. Er is dan sprake van Extended Visual Line of Sight (EVLOS)-operaties.
Veiligheidsmaatregelen
Een van de voorwaarden die de ILT stelt aan het BVLOS-vliegen, is dat de zogenaamde Air Risk Class (ARC) geminimaliseerd wordt. Met andere woorden: er moeten maatregelen worden genomen om te voorkomen dat de drone in de buurt komt van andere luchtvaartuigen.
“Voor deze BVLOS-inzet maken we qua mitigatie onder meer gebruik van de RMZ die geldt voor Twente Airport in combinatie met detectie via ADS-B, waarvan in de controlesoftware van het toestel ook melding wordt gemaakt. Daarnaast is er een stabiele verbinding via het beveiligde politienetwerk gerealiseerd en is er een specifiek ERP opgezet en getraind”, aldus Aagtjes.
Volgens Roeland Groen, sectorhoofd Twente, toont de goedkeuring van de ILT de betrouwbaarheid en zorgvuldigheid aan van dit project. De politie heeft uitvoerig getest en gesimuleerd. De ervaringen die opgedaan worden in Twente kunnen als model dienen voor de rest van Nederland.
Privacy-aspecten en vliegen boven bebouwing
Een belangrijk aspect van de tests is de zorgvuldigheid waarmee naar de privacy wordt gekeken. De drone verzamelt enkel beelden die noodzakelijk zijn voor het veilig uitvoeren van zijn vlucht en bij het incident zelf. Beelden worden, conform de wettelijke privacyregelgeving, na vier weken automatisch verwijderd, tenzij ze nodig zijn voor verdere opsporing en vervolging.
De volgende stap is om de drone ook boven bebouwde gebieden te gaan inzetten. Dat moet gaan gebeuren vanaf het politiebureau in Nijverdal. Nog niet bekend is wanneer deze fase in het proefproject van start gaat.