Kassen krijten met behulp van een sproeidrone: “Het is veilig, maar regelgeving vormt een obstakel”
Sproeibedrijf van Hattem is gespecialiseerd in het krijten van kassen, een beproefde methode om het klimaat binnen de kas te reguleren en gewassen te beschermen tegen fel zonlicht en warmte. Dit gebeurt met speciale sproeimachines, maar deze kunnen niet overal bij, waardoor soms gevaarlijk handmatig moet worden gekrijt. Voor meer veiligheid wil het bedrijf een sproeidrone inzetten. Echter, verouderde luchtvaartwetgeving houdt de drone vooralsnog aan de grond.
Machinaal krijten: niet altijd mogelijk
Gert Jan van Hattem, eigenaar van Sproeibedrijf van Hattem, staat in de Nederlandse glastuinbouw bekend om zijn innovatieve aanpak bij het machinaal krijten van kassen. Dit proces, ontworpen om zonlicht te temperen en zo de plantengroei te optimaliseren, wordt uitgevoerd door speciaal ontwikkelde spuitrobots. Deze kunnen echter niet op alle kassen worden ingezet, en soms zijn er plekken waar de machines niet bij kunnen.
Om deze reden moeten medewerkers soms handmatig krijten, waarbij zij letterlijk het dak op moeten en door smalle goten moeten lopen. Dit is niet zonder gevaar: jaarlijks zijn er valpartijen te betreuren, soms met dodelijke afloop. Daarom controleert de arbeidsinspectie steeds strenger op handmatig krijten. Een goed alternatief ontbreekt echter, en in de tuinbouwsector worden ongevallen om die reden soms zelfs verzwegen.
Van Hattem zou het liefst helemaal stoppen met handmatig krijten. “Maar machinaal krijten is niet altijd een oplossing. Verschillende soorten kassen vereisen verschillende machines, die met vrachtwagens worden vervoerd en aan een servicerail moeten worden gekoppeld. Dit systeem biedt echter geen oplossing voor de vele uitzonderingen zoals oudere kassen, kassen in dierentuinen, loodsen, en lichtkoepels boven binnenplaatsen, waar spuitrobots niet kunnen komen en er nog steeds mensen het dak op moeten.”
Sproeidrone als alternatief
De gevaarlijke praktijk van handmatig krijten, waarbij medewerkers over daken van kassen moeten lopen, blijft daardoor bestaan. Van Hattem en operationeel directeur Maud Schiltmans, altijd op zoek naar innovatieve oplossingen, richtten hun aandacht op de mogelijkheid om sproeidrones in te zetten voor het krijten van kassen. Na een demonstratie in Engeland bijgewoond te hebben, schafte het bedrijf een DJI Agras T30 aan, een drone die oorspronkelijk ontwikkeld is voor landbouwtoepassingen zoals het besproeien van gewassen.
Deze drone, die ook gebruikt kan worden om de speciale krijtvloeistof efficiënt over de kassen te verdelen, biedt een veiliger alternatief voor handmatig krijten en kan daarmee potentieel de hele sector transformeren. Met minder risico voor de werknemers en de mogelijkheid om ook moeilijk bereikbare plaatsen te behandelen, leek de drone de ideale oplossing.
Om de drone te kunnen inzetten, ging Sproeibedrijf van Hattem voortvarend te werk. Er werd hulp ingeschakeld van een consultancybedrijf om een operationeel handboek te ontwikkelen, aangezien voor een drone van deze grootte en dit gewicht een speciale vergunning vereist is. Intussen werd een loonspuiter opgeleid voor het bedienen van de drone. Eerste tests in Flevoland toonden de haalbaarheid van deze aanpak aan.
Bottleneck in de regelgeving
Het bedrijf loopt echter tegen een bottleneck in de regelgeving aan. Loonspuiter en dronepiloot Alex Schuit legt uit: “De drone weegt inclusief krijtvloeistof bijna 60 kg, wat bepaalde risico’s met zich meebrengt. Maar we vliegen per definitie op lage hoogte, boven gecontroleerd grondgebied, binnen het zicht van de piloot. We hebben zelfs een speciaal mobiel platform met een schaarlift ontwikkeld, waar de piloot op kan staan. We kunnen alle risico’s mitigeren. Er is alleen één probleem: er zit een stukje verouderde luchtvaartwetgeving in de weg.”
Wat is het geval: voor starts en landingen met luchtvaartuigen die meer wegen dan 25 kg is een zogenaamde TUG-ontheffing nodig. “Die regeling stamt uit de bemande luchtvaart, bedoeld voor helikopters die soms buiten een vliegveld moeten opstijgen of landen. Daarvoor is in de Wet luchtvaart een bepaling over Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik opgenomen. Een provincie kan hiervoor een ontheffing afgeven. Maar het aanvraagproces varieert per provincie. En meestal zijn er maar een zeer beperkt aantal starts en landingen mogelijk. Met als gevolg dat we onze sproeidrone in een groot deel van Nederland niet kunnen inzetten”, aldus Schuit.
Oproep aan minister Harbers
Sproeibedrijf Van Hattem doet daarom een oproep aan demissionair minister Mark Harbers (Infrastructuur en Milieu) om met een oplossing te komen. Bijvoorbeeld door de TUG-ontheffing alleen nog maar van toepassing te laten zijn op bemande luchtvaartuigen, of de ondergrens qua gewicht te verhogen naar bijvoorbeeld 100 kg.
“De inzet van sproeidrones voor het krijten van kassen kan letterlijk mensenlevens redden. Maar we lopen nu vast door verouderde luchtvaartwetgeving. Dat kan toch niet de bedoeling zijn in een land dat zegt innovatie op het gebied van onbemande luchtvaart te willen stimuleren”, aldus Schiltmans. “Het gaat op congressen alleen maar over U-space, luchttaxi’s en bezorgdrones. Maar men lijkt daarbij toepassingen als deze te vergeten”, vult Schuit aan.
“Daarom is onze oproep aan minister Harbers om nog eens goed te kijken naar de regelgeving en onze sector de mogelijkheid te bieden om met minder gevaar ons werk te doen”, zegt Schiltmans.
Goede oproep!
Ook in de agrarische drone sector lopen we bij diverse belangrijke toepassingen tegen de TUG regelgeving aan.
Bijvoorbeeld met het doorzaaien van groenbemesters. Ook onder natte omstandigheden. Dit draagt bij aan het behoud van de biodiversiteit en beperkt de uitspoeling van stikstof in het oppervlakte water.