SORA 2.5: lichtgewicht drones iets gunstiger behandeld na feedback
Goed nieuws voor dronevliegers die in de Specific categorie actief zijn en die met een lichtgewicht drone opnamen willen maken in de bebouwde omgeving. In de nieuwe SORA 2.5, de methodiek die gebruikt wordt om het risico van een dronevlucht te bepalen, is beter rekening gehouden met het gebruik van kleine en lichte drones. Dit is op basis van feedback van dronepiloten, die reageerden op een oproep van vliegschool Drone Class en Dronewatch.
Grondrisico te hoog ingeschat
De SORA-methodologie, Specific Operations Risk Assessment, is van groot belang voor drone-operators die willen gaan vliegen in de Specific categorie. Maar even leek het erop dat de nieuwe versie van SORA, versie 2.5, het vliegen met lichtgewicht drones een stuk lastiger zou maken. Het grondrisico werd in een conceptversie van SORA 2.5 namelijk vrij hoog ingeschat, met als gevolg dat een operator allerlei maatregelen zou moeten nemen om de beoogde dronevluchten te mogen uitvoeren.
Dit was tegen het zere been van een grote groep Nederlandse dronepiloten, die begin 2023 reageerden op een gezamenlijke oproep van Drone Class en Dronewatch naar aanleiding van de conceptversie van SORA 2.5. Maar liefst 84 operators deden mee aan een enquête, waarvan de resultaten werden aangeboden aan werkgroep JARUS, verantwoordelijk voor de ontwikkeling van SORA.
Minidrone: altijd laag grondrisico
De kern van hun feedback was dat drone-operaties met een kleine en lichtgewicht drone qua grondrisico volgens SORA 2.5 eigenlijk gelijkgesteld zouden moeten worden aan dronevluchten met vergelijkbare toestellen in de Open categorie. Met andere woorden: met een drone van nog geen 250 gram zou je ook in de Specific categorie boven niet-betrokken mensen moeten kunnen vliegen zonder aanvullende (kostbare) maatregelen. En ook met iets zwaardere toestellen zou het mogelijk moeten zijn om boven bewoonde gebieden te vliegen, zij het met wat extra maatregelen.
Even leek het erop dat de nieuwe SORA alsnog veel hogere eisen zou gaan stellen aan drone-operators. Maar in de definitieve versie van het document, SORA 2.5, is het grondrisico iets minder conservatief ingeschat. Voor drones die minder wegen dan 250 gram is het intrinsieke grondrisico (iGRC) altijd 1 en hoeven geen extra mitigerende maatregelen genomen te worden. Visuele inspecties met een standaard DJI Mini kunnen op die manier bijvoorbeeld prima worden uitgevoerd.
Mitigerende maatregelen
Voor drones die iets zwaarder zijn, zoals een toestel in de DJI Mavic-serie, geldt weliswaar een iets hoger grondrisico, afhankelijk van de bevolkingsdichtheid, maar nog altijd lager dan in de conceptversie stond opgenomen. Dat betekent dat boven een gemiddelde Nederlandse stad (bevolkingsdichtheid: >500 mensen/km2) wel wat mitigerende maatregelen nodig zijn om het risiconiveau van de operatie laag te houden, zoals het bevestigen van een noodparachute.
Voor dronevliegers die in de Specific categorie willen gaan opereren met lichtgewicht drones op basis van SORA is de definitieve versie 2.5 een stuk acceptabeler dan de eerste conceptversie. Zeker waar het drones onder de 250 gram betreft, maar ook bij de iets zwaardere drones.
Voorzichtig positief
De initiatiefnemers van de enquête, Sem van Geffen van Drone Class en Wiebe de Jager van Dronewatch, zijn voorzichtig positief:
“In 2023 concludeerden wij dat in Nederland – en waarschijnlijk net zo goed in andere EU-landen – er veel met kleinere multirotors (< 4 kilo) in de specifieke categorie wordt geopereerd. De SORA moet zich daarom niet alleen focussen op zware toestellen en de meest risicovolle operaties. Hier is door JARUS gedeeltelijk naar geluisterd. Het is nog steeds niet heel gemakkelijk voor drone operators, maar… met de juiste mitigerende maatregelen (sheltering, observing en impactvermindering) kun je in elk geval in Nederland boven de grote steden blijven opereren op SAIL niveau II. Dat is heel belangrijk voor de sector”, zegt Sem van Geffen.
“Het is fantastisch om te zien dat de feedback van dronepiloten die we ophaalden door middel van een gemeenschappelijke enquête is meegenomen door JARUS. Het lijkt een triviale verbetering, maar lichtgewicht drones hebben inmiddels bewezen allerlei taken te kunnen uitvoeren die van belang zijn voor professionele operators. Het is niet meer dan terecht dat operators niet door allerlei extra hoepels hoeven te springen als ze dergelijke drones willen gebruiken”, concludeert Wiebe de Jager.
Goed artikel en fijn dat het wat makkelijker gaat straks.
Waar kun je die definitieve versie van SORA 2.5 vinden?
Met de nadruk op ‘wat’ in ‘wat makkelijker’, want het blijft een complexe methodologie…
Een linkje naar de definitieve versie van SORA 2.5 vind je in het artikel.