#advPro

Grote groei van vluchtverzoeken in Rotterdamse U-Space Airspace

Het aantal operators en vluchtverzoeken in het U-Space Airspace van Rotterdam is explosief gegroeid. De WebApp wordt inmiddels door meer dan 50 operators gebruikt. Samen dienden zij in de afgelopen vier maanden bijna 300 vluchtverzoeken in. De inzichten in het gebruik van het luchtruim bleken van groot belang tijdens een recent EASA-bezoek. Daarnaast onderzoekt Port of Rotterdam mogelijkheden om operators te ondersteunen bij het vliegen nabij vitale infrastructuur.

Toename van operators en vluchtverzoeken

Dit artikel wordt je aangeboden door Port of Rotterdam

Het U-Space Prototype project, dat ruim anderhalf jaar geleden van start ging met ongeveer 15 drone-operators, heeft een enorme groei doorgemaakt. Inmiddels hebben meer dan 50 operators de nieuwe WebApp aangevraagd, waarbij hun Operationele Autorisatie is gecontroleerd en zij inloggegevens hebben ontvangen. Steeds meer klanten in de haven nemen dronediensten af. Dit feit, samen met de snelle toegang tot het Rotterdamse luchtruim heeft geleid tot een aanzienlijke stijging van het aantal vluchtverzoeken.

In de afgelopen vier maanden zijn bijna 300 vluchtverzoeken ingediend. Het merendeel van deze aanvragen betreft inspecties, gevolgd door marketing- en fotografietoepassingen, mapping, metingen en andere doeleinden. De maximale vluchtduur per aanvraag is momenteel acht uur, met het verzoek om alleen de benodigde tijd aan te vragen om onnodige blokkering van het luchtruim te voorkomen.

In bijna 10% van alle aanvragen was er een mogelijk conflict met andere vluchten. Deze potentiële conflictsituaties konden echter allemaal softwarematig of door tussenkomst van de Airspace Managers van Port of Rotterdam worden opgelost.

Volgens projectleider Ingrid Römers krijgt Port of Rotterdam dankzij het U-Space prototype nu al een goed inzicht in het gebruik van het luchtruim. “We bouwen een goede informatiepositie op voor de toekomst en kunnen echt iets laten zien aan EASA. Men is verrast over hoe ver we al zijn gevlogen en het aantal gebruikers dat we hebben. Elke week zien we wel een nieuwe aanvraag voor de WebApp.”

EASA bezoek en software-integraties

Op dinsdag 18 juni bracht het Europese luchtvaartagentschap EASA samen met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een bezoek aan de haven van Rotterdam om praktijkervaringen met het U-Space Airspace prototype te bespreken. Het overleg ging onder andere over de uitdagingen die de software-integraties tussen de drone-besturingssoftware en het UTM-systeem met zich meebrengen. Dit probleem speelt niet alleen in Rotterdam, maar wereldwijd, en was voor Rotterdam de reden om tijdelijk met een WebApp te werken en om conflictsituaties met behulp van Airspace Managers te voorkomen.

Tijdens het bezoek werd ook gesproken over de beschikbaarheid van data voor U-Space, zoals informatie van bemande luchtvaart en niet-coöperatieve drones, evenals gegevens van het Havenbedrijf zoals scheepsinformatie, weersinformatie en gevaarlijke stoffen. De kwaliteit van deze data en de voorwaarden waaronder deze geleverd kunnen worden, kwamen eveneens aan bod.

Het overleg was voor alle betrokken partijen waardevol en zal zeker een vervolg krijgen. EASA zei verder te werken aan standaarden voor meer uniformiteit. Specifiek werd daarbij stilgestaan bij kwaliteits- en certificeringseisen aan geleverde API’s. Dat is noodzakelijk, want gaandeweg is gebleken dat een API geen ‘plug and play’-oplossing is, maar dat er altijd maatwerk configuraties nodig zijn.

Ondersteuning bij vliegen nabij vitale infrastructuur

Met de nieuwe regels voor het vliegen nabij vitale infrastructuur, zoals terminals in het havengebied, die binnen de grondrisicobuffer vallen, wordt voorgeschreven dat operators een contactpersoon hebben van de beheerder van de vitale infrastructuur en om de risico’s vooraf te bespreken. Het Havenbedrijf wil hierbij helpen en in overleg gaan met de terminals, vaak multinationals waar het niet eenvoudig is om de juiste persoon te vinden en waar er mogelijk nog veel onbekendheid is rond de potentie, maar ook de risico’s van het vliegen met drones.

Samen met Mark Hullegie van Droneconsultancy, die bekend is bij veel operators voor het samenstellen van handboeken en SORA’s, wil het Havenbedrijf zowel de drone-operators helpen als uniformiteit creëren in de haven én bij de bedrijven awareness creëren voor het toenemende gebruik van drones en de maatregelen die operators nemen tegen eventuele risico’s die bij de vluchten kunnen komen kijken.

Volgens Ingrid Römers zal in de toekomst, vooral bij BVLOS-vluchten, steeds vaker voorkomen dat drones over gebieden vliegen die indirect bij de vlucht betrokken zijn. Afstemming en toestemming van de bedrijven in deze gebieden wordt dan cruciaal. Het Airwayz-systeem kan hier ook een rol in spelen, bijvoorbeeld door te een waarschuwing te geven indien de grondrisicobuffer een object van vitale infra overlapt.

Conclusie

Deze ontwikkelingen tonen niet alleen de snelle groei en toenemende complexiteit van drone-operaties in Rotterdam, maar ook de vooruitgang in de samenwerking tussen verschillende partijen om de veiligheid en efficiëntie van het luchtruim te waarborgen.

De introductie van de WebApp en de voortdurende dialoog met EASA, ministerie van IenW en andere stakeholders onderstrepen de cruciale stappen die worden gezet in de integratie van drones in het luchtruim boven het Rotterdamse havengebied.

Avatar foto

Ingrid Römers

Ingrid Römers is projectleider U-space bij het Havenbedrijf Rotterdam.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meld je aan voor onze nieuwsbrief!

Vul hieronder je gegevens in en blijf op de hoogte.

Open nieuwsbrief aanmeldformulier