DCRO update: amper fly-aways, liever geen FTS, JEDA-enquête
Uit nieuwe statistieken, verzameld door brancheorganisatie Dutch Certified RPAS Operators (DCRO), blijkt dat de kans op fly-aways zeer minimaal is. Toch blijven operators te maken hebben met strenge eisen voor containment, maar een flight termination system is niet altijd de beste oplossing. Tot slot roept DCRO operators op om deel te nemen aan een enquête van JEDA.
Amper fly-aways
Leden van DCRO leveren jaarlijks verplicht statistieken aan over incidenten zoals fly-aways en crashes. Uit deze gegevens blijkt dat fly-aways zelden voorkomen. Tot en met 2022 was er zelfs geen enkel incident. In 2023 vond er één ongecontroleerde fly-away plaats, bij een totaal van 12.000 dronevluchten dat jaar.
Ook buiten Nederland zijn fly-aways zeldzaam. Matternet voerde in Zwitserland 58.000 vluchten uit zonder één fly-away. Shell liet meer dan 20.000 vluchten uitvoeren, zowel VLOS als BVLOS, zonder incidenten. Volgens DJI is de kans op een fly-away bij gebruik van de DJI Dock 1 / M30 zelfs kleiner dan 1 op 100.000, na analyse van 5,4 miljoen vluchten vanuit de Dock 1.
Ondanks deze minimale kans, blijft de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) in navolging van EASA vasthouden aan strenge containment-eisen, een begrip dat wordt gebruikt bij het verlenen van een operationele autorisatie wat aangeeft tot welke mate de operator kan garanderen dat de drone niet ongecontroleerd wegvliegt uit het projectgebied. Pieter Franken, voorzitter van DCRO, stelt dat de discussie rondom containment in de EASA-regelgeving is gebaseerd op foutieve aannames. Volgens hem zou de regelgeving op risico’s gebaseerd moeten zijn, maar de inschatting van het risico is onjuist.
Een voorbeeld is de recent gepubliceerde AltMoC, die nieuwe eisen stelt aan basic en enhanced containment. Deze eisen zorgen ervoor dat een gebied vier kilometer verderop zwaarder wordt meegenomen in het grondrisico dan het daadwerkelijke operatiegebied. Hierdoor kunnen drones groter dan drie meter, zoals de DJI Flycart, bijna niet in Nederland worden ingezet. Ook operaties in binnensteden voor foto- of filmdoeleinden worden bemoeilijkt op basis van de AltMoC.
Franken moedigt operators in binnen- en buitenland aan om meer aandacht te besteden aan het verzamelen van statistieken. Hiermee wil DCRO aantonen dat de containment-eisen van EASA aanzienlijk versoepeld kunnen worden zonder dat dit ten koste gaat van de veiligheid.
Liever geen FTS
De huidige containment-eisen schrijven in sommige gevallen het gebruik van een onafhankelijk flight termination system (FTS) voor. Met zo’n systeem kunnen de motoren van de drone worden uitgeschakeld, waarna de drone gecontroleerd – al dan niet met een parachute – naar de grond komt.
Hoewel dit in theorie een logische oplossing lijkt om een wegvliegende drone te stoppen, blijkt in de praktijk dat het toevoegen van een FTS meer risico met zich meebrengt dan het risico van een fly-away.
DCRO is daarom geen voorstander van het gebruik van een FTS als maatregel tegen wegvliegende drones. Bij vluchten boven mensen in dichtbevolkte gebieden ziet DCRO echter wel het nut van een FTS, mits gecombineerd met een parachute.
JEDA-enquête
De Joint European Drone Associations (JEDA) voert momenteel een enquête uit onder Europese drone-operators. Het doel is om inzicht te krijgen in de soorten drones die worden gebruikt en de toepassingen ervan. De resultaten van deze enquête zullen aan EASA worden voorgelegd om de ontwerpvereisten voor drones in SAIL I, II en III te verbeteren. DCRO roept Nederlandse operators op om deel te nemen aan deze enquête.
Wil je ook een bijdrage leveren aan de professionele ontwikkeling van de drone-industrie? Sluit je dan aan bij DCRO. Als netwerk van gecertificeerde professionals zet deze branchevereniging zich in voor veilige onbemande luchtvaart, waarbij leden profiteren van waardevolle voordelen. Voor meer informatie over het lidmaatschap kan contact worden opgenomen via info@dcro.nl.
(coverfoto: Binne-Louw Katsma / Eyefly)