Nieuwe geozones verruimen mogelijkheden voor drones bij reekalfredding in Duitsland
Op 2 oktober 2024 heeft Duitsland als eerste EU-land een nieuwe stap gezet in het gebruik van drones voor dierenbescherming. Met een nieuwe algemene beschikking, gepubliceerd door het Duitse Luftfahrt-Bundesamt (LBA), zijn er specifieke geozones gecreëerd die het gebruik van drones expliciet toestaan voor het redden van wild, zoals reekalveren. Dit initiatief komt voort uit een nationale uitzondering op de Europese regelgeving en maakt het mogelijk om drones dichter bij industrie-, woon-, en recreatiegebieden te laten opereren.
Zones met meer mogelijkheden
De Europese verordening 2019/947 regelt het gebruik van onbemande luchtvaartuigen en verdeelt deze operaties in drie risicocategorieën: open, specifiek en gecertificeerd. Voor reekalfredding worden drones meestal ingezet in de open categorie, omdat ze een laag risico vormen en binnen het gezichtsveld van de piloot opereren. Volgens de regels mogen drones in de subcategorie A3 normaal gesproken geen gebieden binnen 150 meter naderen, om de veiligheid en privacy van burgers te waarborgen en bescherming te bieden aan industriële en commerciële zones. Dit kan problematisch zijn bij het overvliegen van akkers die zich binnen deze afstand bevinden.
Toch biedt de EU-verordening ruimte voor lidstaten om geozones in te stellen met aanvullende regels voor dronevluchten in specifieke gebieden. Traditioneel worden deze geozones gebruikt om vluchten in gevoelige gebieden – zoals vliegvelden en drukke stedelijke gebieden – te beperken. Maar het BMDV heeft deze regelgeving op een innovatieve manier toegepast, waarbij geozones worden ingesteld om drone-operaties voor dierenbescherming te faciliteren, in plaats van ze te beperken.
Uitbreiding voor dierenwelzijn
Als eerste EU-land heeft Duitsland nu een nationale uitzondering ingevoerd voor reekalfredding. Het gebruik van geozones maakt het mogelijk om drones dichter bij bebouwde gebieden te laten vliegen met het oog op dierenbescherming. In de nieuwe regeling worden drones toegestaan om in de buurt van bewoonde, industriële en commerciële gebieden te vliegen, zolang de vluchten uitsluitend gericht zijn op het redden van dieren.
Deze flexibiliteit is vooral gunstig in landbouwgebieden, waar de 1:1-regel geldt: de afstand tot een object kan tot 10 meter worden beperkt wanneer de vlieghoogte navenant is. Hierdoor is er voor operators een 90% grotere oppervlakte beschikbaar voor drones.
Hoewel de afstandsbeperkingen zijn versoepeld, blijven er strikte eisen van kracht voor drone-operators. Zo moet de drone binnen zichtafstand van de piloot blijven, zodat deze te allen tijde kan ingrijpen. Daarnaast is er een verzekeringsplicht; een aansprakelijkheidsverzekering is vereist om eventuele schade aan derden te dekken. Verder moeten drones zijn uitgerust met technische veiligheidsmaatregelen, zoals een automatische terugkeermodus of noodlandingsfunctie. Tot slot moeten alle privacyvoorschriften strikt worden nageleefd, vooral bij het vliegen in de nabijheid van woonwijken.
Flexibele inzet van wetgeving
De invoering van geozones voor dierenredding toont aan hoe flexibel de EU-verordening 2019/947 kan worden ingezet. In plaats van beperkingen te handhaven, worden geozones in dit geval gebruikt om uitzonderingen mogelijk te maken voor het beschermen van wilde dieren. Dit is mogelijk omdat de bescherming van dieren als een hoog openbaar belang wordt gezien, waarbij de bijbehorende risico’s als laag worden ingeschat, zolang de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen worden nageleefd.
Deze maatregelen zijn specifiek gericht op dierenwelzijn, en door deze binding blijft de EU-verordening ongewijzigd voor overige toepassingen. Hierdoor blijft de veiligheid in het luchtruim gewaarborgd en wordt de privacy van burgers beschermd.
(bron: BCVP)