Duitsland lost SERA-kwestie omtrent dronevluchten in CTR’s tijdelijk op
Het Bundesministerium für Digitales und Verkehr (BMDV) heeft een belangrijke stap gezet om duidelijkheid te verschaffen over de toepassing van SERA-regelgeving op dronevluchten, met name binnen gecontroleerde luchtruimen zoals CTRs. Dit heeft de afgelopen jaren voor veel verwarring gezorgd bij zowel drone-operators als luchtvaartautoriteiten, omdat de Europese regelgeving niet altijd eenduidig was voor onbemande luchtvaart.
Uitzonderingen op SERA
Op 21 oktober 2024 trad in Duitsland een nieuwe regeling in werking die enkele belangrijke uitzonderingen introduceert voor drones in de Specific categorie. Deze uitzondering houdt in dat drones niet meer gebonden zijn aan bepaalde onderdelen van de SERA-regelgeving, die oorspronkelijk zijn ontworpen voor bemande luchtvaart en minder geschikt zijn voor onbemande systemen.
Zo zijn dronevluchten niet langer gebonden aan de zicht- en instrumentenvliegregels (VFR/IFR), zoals in de SERA-voorschriften werd vereist. Deze regelgeving is simpelweg niet toepasbaar op drones, omdat ze technisch niet kunnen voldoen aan de voorwaarden die voor zicht- of instrumentenvluchten gelden. Dit opent de deur voor nieuwe mogelijkheden binnen gecontroleerde luchtruimen, zoals het uitvoeren van dronevluchten buiten zicht (BVLOS).
Meer mogelijkheden in CTR’s
De nieuwe regels maken het niet alleen makkelijker om drones in te zetten voor innovatieve toepassingen binnen CTRs, maar ook voor de integratie van onbemande luchtvaartuigen in bestaande luchtvaartstructuren. Met name binnen luchthavens kunnen onbemande systemen nu efficiënter ingezet worden voor het detecteren van niet-geautoriseerde drones, het bewaken van terrein, en zelfs voor kritieke infrastructuurinspecties.
Drones kunnen ook breder worden ingezet voor bijvoorbeeld de inspectie van gebouwen, bruggen en energiecentrales. Dit zorgt niet alleen voor efficiëntere inspecties, maar verkleint ook de risico’s voor menselijke inspecteurs die anders op moeilijk bereikbare plekken moeten werken.
Tijdelijke oplossing
Deze tijdelijke uitzondering, die tot juni 2025 van kracht is, geldt enkel voor dronevluchten in de Specific categorie. Het is een stap vooruit in de voortdurende harmonisatie van drone- en luchtvaartregelgeving binnen Europa, maar ook een voorbeeld van de unieke uitdagingen die onbemande luchtvaart met zich meebrengt. Hoewel het probleem van de discrepanties tussen de verschillende Europese verordeningen al langer erkend is, wordt er op korte termijn geen oplossing verwacht van de Europese Commissie of EASA.
Deze uitzonderingsregeling biedt drone-operators in Duitsland de mogelijkheid om hun werk voort te zetten terwijl er gezocht wordt naar een permanente oplossing voor de integratie van drones in het luchtruim.
Situatie in Nederland
Ook in Nederland zorgen de Standardised European Rules of the Air (SERA) al jaren voor kopzorgen. De regels vereisen dat in de grote CTR’s rondom luchthavens zoals Schiphol, Rotterdam en Maastricht elke dronevlucht door Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) wordt begeleid. Dit veroorzaakt een aanzienlijke bottleneck, vooral in de regio Amsterdam.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat werkt naar eigen zeggen aan een oplossing die meer mogelijkheden moet bieden binnen CTR’s, ook voor dronepiloten in de Open categorie. Wanneer deze oplossing daadwerkelijk wordt ingevoerd, is echter nog onduidelijk.