Haven van Rotterdam verlengt U-space-project met drie jaar
Het U-space-project in de Rotterdamse haven, dat als prototype fungeert voor het beheer van onbemand luchtverkeer in het lage luchtruim, wordt met drie jaar verlengd. Het gebied Maasvlakte/Europoort, dat onder klasse G-luchtruim valt, blijft de locatie voor deze innovatieve aanpak. Dit stelt drone-operators met een operationele autorisatie in staat om via een speciale webapp toegang aan te vragen tot vluchtgebieden in de haven.
Efficiënt aanvraagproces via webapp

De webapp speelt een centrale rol in het proces van vluchtgebiedaanvragen. Wanneer een operator een aanvraag indient, wordt deze direct verwerkt. Zijn er geen conflicten met andere operators, dan wordt onmiddellijk toestemming verleend. In geval van overlap biedt het UTM-systeem suggesties voor alternatieve tijden of gebieden.
Mocht een aanpassing niet mogelijk zijn vanwege de opdracht van de klant, dan treedt het Airspace Centre bemiddelend op om tot een oplossing te komen. Tot nu toe is er altijd een werkbare oplossing gevonden, dankzij de inzet van het Airspace Centre, dat verantwoordelijk is voor de ‘pre-flight area deconflictie’. Een aantal gebruikers zal binnenkort worden benaderd om de gebruikservaringen te bespreken en daarmee de applicatie en procedures verder te verbeteren.
Het aantal drone-operators dat actief is in de haven en beschikt over een operationele autorisatie voor de Specific category blijft toenemen. Dit geldt ook voor het aantal aanvragen voor vluchtgebieden. Deze groeiende vraag is een van de redenen voor de verlenging van het U-space-project. Tegelijkertijd is er meer tijd nodig om digitale koppelingen te realiseren tussen UTM en operators. Deze koppelingen moeten de webapp uiteindelijk overbodig maken en operators realtime toegang geven tot informatie over al het vliegverkeer. Daarnaast fungeert het project als katalysator voor verdere ontwikkelingen op het gebied van droneverkeer in de haven.
Onderzoeksrapport en risk assessment
Een belangrijke ontwikkeling binnen het project is het opstellen van een rapport door het Havenbedrijf Rotterdam en Airhub. Dit rapport, dat de rol van de havenautoriteit in het toekomstige U-space-gebied onderzoekt, biedt inzichten en aanbevelingen over hoe deze rol er in de toekomst uit kan zien. De directie van het Havenbedrijf zal het rapport gebruiken voor strategische beslissingen over de inzet van een lokale autoriteit, zoals een havenautoriteit, in het luchtruimbeheer.
Een ander belangrijk aspect van het verlengde U-space-project is een proef met een Airspace Risk Assessment, uitgevoerd in samenwerking met de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Dit moet duidelijkheid verschaffen over de risico’s van druk droneverkeer in de haven en hoe deze effectief kunnen worden gemitigeerd, vooral in de meest risicovolle gebieden. Voor de uiteindelijke aanvraag van een officieel U-space-gebied zal een gedetailleerde Airspace Risk Assessment vereist zijn. Deze proef geeft richting aan het daadwerkelijk uitvoeren van zo’n assessment.
Het traject ‘fictief aanwijzingsproces’ zal waardevolle kennis opleveren over de bestuurlijke en juridische aspecten van het aanwijzen van een U-space-luchtruim, of dat nu in een haven of een stedelijk gebied is. In dit traject werken IenW, de gemeente Amsterdam, het Havenbedrijf Rotterdam, de provincie Zuid-Holland en Airhub samen.
Detectiemiddelen en encounter rates
Om een volledig overzicht te krijgen van het onbemande luchtverkeer boven de haven, worden verschillende detectiemiddelen, zoals van het bedrijf Senhive, getest om ook niet-aangemelde vluchten te detecteren. Dit is van belang voor de handhaving van de regels binnen de open categorie, om inzicht te krijgen in de interactie tussen bemande en onbemande luchtvaart en op termijn om alle vluchten geautomatiseerd te kunnen deconflicteren.
Het NLR combineert de data die deze sensoren leven met hun eigen data van het bemande verkeer en maakt hiermee berekeningen om te komen tot ‘encounter rates’, de kans dat drones en bemande luchtvaartuigen elkaar kunnen tegenkomen in het lage luchtruim boven de haven. Ook deze kansberekeningen zijn van belang straks voor het inrichten van U-space.
Vooruitzichten en prioriteitsregels
Hoewel er nog geen formeel besluit is genomen over de invoering van U-space in de Rotterdamse haven, wordt er met het voortzetten van het prototype-project wel al volop op voorbereid. In de komende periode zullen prioriteitsregels worden opgesteld voor vluchten met een urgente aard, zoals search-and-rescue-operaties en calamiteiten en zullen deze voorrangsregels in techniek en werkwijze worden uitgewerkt. Verdere details hierover volgen binnenkort.
Lijkt zo mooi vooruitstreven, maar eigenlijk is dit Nederland die zijn berenvel ook maar eens vervangt voor een broek, want ook wij kunnen niet langer achterblijven op de beschaafde wereld. Misschien een voorbeeld nemen een meer geavanceerde autorisatie systeem van onze zuiderburen bij Oostende van Skeyes, waar ik studeer voor mijn bachelor Drone Applications.
Dan kun je zo met een recreatie drone vliegen, nadat je toestemming hebt aangevraagd. In plaats van zoals bij Woensdrecht domweg “Nee” keer op keer te moeten horen, om met een DJI Neo op 17km afstand van de basis te kunnen vliegen op 30m hoogte.
Het gekke is 2021 nog toestemming kreeg om met een DJI Tello te mogen vliegen wat even goed een laag risico vlucht is. #hoezooverdreven