Madlener (IenW) wil met ‘DroneBoost’ €80 miljoen steken in Nederlands drone-ecosysteem
Minister Barry Madlener (Infrastructuur en Waterstaat) heeft afgelopen week het rapport DroneBoost aangeboden aan de Tweede Kamer. Dit rapport, opgesteld in samenwerking met de industrie en onderzoeksinstellingen, schetst een strategie om de ontwikkeling en implementatie van een Nederlands drone-ecosysteem te versnellen. De minister stelt bovendien dat Nederland en Europa momenteel grotendeels afhankelijk zijn van drones en drone-gerelateerde technologie uit niet-EU-landen, wat nadelige gevolgen kan hebben.
Innovatie en samenwerking stimuleren
Het DroneBoost-programma zet in op het versterken van het Nederlandse drone-ecosysteem door innovatie en samenwerking te stimuleren. Volgens het rapport bieden drones niet alleen strategische voordelen op het gebied van defensie en veiligheid, maar ook economische kansen en maatschappelijke meerwaarde. De technologie kan onder andere bijdragen aan efficiëntere logistiek, snellere hulpverlening, duurzamere landbouw en een betere inspectie van vitale infrastructuur.
Vijf maatschappelijke use cases
Het rapport identificeert vijf sleutelgebieden waarin drones een grote impact kunnen maken:
1. Veiligere havens – Drones helpen bij het verhogen van de veiligheid en efficiëntie in haven- en offshore-activiteiten, en dragen bij aan emissiereductie.
2. Snellere hulpdiensten – Drones ondersteunen hulpverleners bij snelle respons op incidenten en vergroten de pakkans bij opsporingswerk.
3. Productievere landbouw – Precisietoepassingen met drones zorgen voor duurzamer gewasbeheer en een hogere opbrengst.
4. Toegankelijke zorg – Drones maken spoedtransport van medische goederen mogelijk, zelfs in afgelegen gebieden.
5. Toekomstbestendige defensie – Defensie wil drones inzetten voor verkenning, bewaking en logistieke ondersteuning in zowel militaire als civiele operaties.
Zeven publieke projecten voor snellere integratie
Om de implementatie van drones te versnellen, richt DroneBoost zich naast de vijf use cases ook op zeven cruciale randvoorwaarden:
– Beyond Visual Line of Sight (BVLOS)-vliegen – Regelgeving en infrastructuur ontwikkelen voor drones die buiten het zicht van de piloot opereren.
– U-space – Een digitale luchtverkeersstructuur voor drones.
– Vergunningen – Een transparanter en efficiënter vergunningsproces.
– Grondinfrastructuur – Ontwikkeling van dronehubs en logistieke netwerken.
– Kennisplatform – Samenwerking en innovatie stimuleren binnen de sector.
– Human capital – Opleidingen en trainingen voor professionals in de drone-industrie.
– Onderzoek & organisatie – R&D stimuleren en beleidsontwikkeling ondersteunen.
Investeringsbehoefte: bijna €80 miljoen
De totale kosten voor het programma, dat tot 2030 loopt, worden geraamd op ruim 79 miljoen euro. Volgens een analyse zou iedere geïnvesteerde euro in DroneBoost een rendement van €1,15 tot €1,70 moeten opleveren, bijvoorbeeld door het verminderen van files of het efficiënter gebruik van landbouwgrond. Daarnaast moet het initiatief bijdragen aan het versterken van de technologische onafhankelijkheid van Nederland en Europa, het behoud van een concurrerende economie en het behalen van klimaatdoelen.
Volgens Madlener is samenwerking tussen overheid, industrie en kennisinstellingen essentieel om de ambities van DroneBoost te realiseren. Samenwerkingspartners zijn onder andere NLR, ANWB, WUR, NVWA, Havenbedrijf Rotterdam, RWS/Drone2Go en LVNL. Het ministerie zal jaarlijks rapporteren over de voortgang van het programma.
Afhankelijkheid van niet-Europese drones
Minister Madlener stelt in zijn begeleidende kamerbrief dat het onwenselijk is dat Nederland nog grotendeels afhankelijk is van drones en drone-hardware uit niet-Europese landen. Dit brengt volgens hem veiligheidsrisico’s met zich mee, vooral bij de inspectie van kritieke infrastructuur en bij defensietoepassingen.
Hoe DroneBoost deze afhankelijkheid concreet vermindert, blijft echter onduidelijk. De beschreven strategie richt zich voornamelijk op toepassingen, niet op de ontwikkeling, verwerving of productie van alternatieve hardware.