Dronedetectieproef in Den Haag krijgt vervolg met uitgebreid sensornetwerk
De proef met dronedetectie die gemeente Den Haag in samenwerking met de politie uitvoerde in de periode van september 2023 tot september 2024 krijgt een vervolg. Nu nog worden niet alle dronevluchten goed geregistreerd door het detectiesysteem en bovendien is nu niet duidelijk met welk doel drones vliegen. Om die reden zal er een extra sensor geïnstalleerd worden en zal er meer aandacht komen voor identificatie en handhaving.
Ruim 11.000 dronevluchten
Volgens het gemeentebestuur bieden drones naast kansen ook heel wat uitdagingen voor een stad als Den Haag. De stad kent immers veel diplomatieke instanties en internationale organisaties. Ook de aanwezigheid van het Internationaal Strafhof, het Binnenhof en diverse koninklijke paleizen is met het oog op de veiligheid en privacy een uitdaging. Om die reden kent Den Haag veel no-flyzones waar dronevluchten niet toegestaan zijn. Zelfs professionele operators mogen niet vliegen in sommige van die gebieden.
In september 2024 werden de eerste resultaten gedeeld van een proef met dronedetectie. Toen al was duidelijk dat er gedurende de proefperiode meer dronevluchten boven Den Haag en omstreken waren uitgevoerd dan vooraf gedacht: 11.622 gedetecteerde vluchten om precies te zijn. Inmiddels is er meer duidelijk geworden over deze dronebewegingen: Er werden 2.180 unieke drones geïdentificeerd, waarvan 73% uit de DJI Mini-serie bestond. Drones werden vooral in de zomermaanden waargenomen, met een piek in juli. Populaire vlieggebieden waren het strand en het centrum van Den Haag, ondanks de aanwezigheid van no-flyzones.
Uit de metingen bleek bovendien dat 878 drones boven de toegestane hoogte van 120 meter vlogen, met een geregistreerd maximum van 2.403 meter. Ook werd vastgesteld dat operators zich niet altijd aan de ‘line of sight’-regel hielden: sommige drones vlogen ruim 2 km ver weg van het punt van opstijgen.
Detectiesysteem uitbreiden
Het dronedetectiesysteem dat in Den Haag werd ingezet, SenHive, detecteert drones via RF-signalen (radiofrequentie). Hoewel deze methode kostenefficiënt is voor grootschalige dekking, bleek het systeem moeite te hebben met het signaleren van drones in dichtbebouwde gebieden en bij vluchten op lage hoogte.
Uit testvluchten en vergelijkingen met andere detectiesystemen kwam naar voren dat SenHive sommige vluchten miste. Dit benadrukt volgens de onderzoekers de noodzaak om het netwerk van sensoren uit te breiden voor betere dekking. Vooralsnog zal er één extra sensor worden geplaatst. Ook zal worden onderzocht wat de technische en juridische voorwaarden zijn voor een landelijk dekkend detectienetwerk.
Vervolgstappen
De komende fase van het onderzoek richt zich niet alleen op de uitbreiding van het sensorennetwerk voor betere dekking, maar ook op de verkenning van een drone-identificatie- en registratiesysteem. Daarnaast wordt onderzocht hoe handhavingsmaatregelen, zoals het automatisch bij de politie melden van dronevluchten die in strijd met de regels worden uitgevoerd, kunnen worden verbeterd.
In samenwerking met de Defensie Academie en Chicago Northwestern University wordt er bovendien gewerkt aan een Early Warning-algoritme waarmee binnen 20 tot 30 seconden kan worden ingeschat of er wel of geen dreiging uitgaat van een naderende drone.
