Lappendeken van lokale droneregels dreigt in de VS
Een nieuw wetsvoorstel dat deze maand stilletjes is geïntroduceerd in de Amerikaanse Senaat kan grote gevolgen hebben voor dronepiloten. Het gaat om de Drone Integration and Zoning Act (S.1249), waarin wordt voorgesteld om lokale overheden de bevoegdheid te geven om dronevluchten tot 200 voet (ongeveer 60 meter) hoogte te reguleren. Daarmee zou een belangrijk deel van het luchtruim niet langer exclusief onder het gezag van de Amerikaanse luchtvaartautoriteit FAA vallen.
Nieuw begrip: ‘immediate reaches of airspace’
Centraal in het wetsvoorstel staat de introductie van de term “immediate reaches of airspace”. Dit betreft het luchtruim tot 60 meter boven de grond. Binnen deze zone zouden staten, steden, provincies en tribale overheden het recht krijgen om eigen regels op te stellen over dronegebruik. Denk hierbij aan no-flyzones, hoogtebeperkingen, of specifieke eisen voor opstijgen en landen.
Momenteel is het de FAA die het luchtruim beheert onder het principe van “navigable airspace”, maar het is onduidelijk vanaf welke hoogte dat precies geldt. Door het lage luchtruim af te bakenen, ontstaat er ruimte voor lokale regelgeving. Gezien het feit dat de VS volgens de volkstelling van 2022 bijna 91.000 lokale overheden telt, kan dit leiden tot een lappendeken van dronevoorschriften.
Gevolgen voor dronepiloten
Mocht het wetsvoorstel worden aangenomen, dan zouden dronepiloten rekening moeten houden met talloze lokale regels. Zo kan een stad besluiten om drones in parken of rondom scholen te verbieden, of een eigen vergunningsysteem in te voeren. Tribale gebieden zouden zelfs volledig tot no-flyzones kunnen worden verklaard, ook voor recreatief gebruik.
Een ander gevolg is dat dronepiloten straks mogelijk twee sets regels moeten volgen: lokale regels tussen 0 en 60 meter, en federale FAA-regels tussen 61 en 120 meter. Dat zou het dronevliegen aanzienlijk complexer maken en de drempel voor nieuwe piloten verhogen.
Kritiek vanuit de drone-industrie
Vanuit de Amerikaanse drone-industrie klinkt stevige kritiek op het wetsvoorstel. Veel dronepiloten vrezen dat de versnippering van regelgeving innovatie en commerciële toepassingen zal afremmen. Eén uniforme set regels op nationaal niveau, zoals nu door de FAA wordt gehanteerd, wordt gezien als essentieel voor de verdere groei van de sector. Ook waarschuwen experts dat het wetsvoorstel een rem kan zetten op nieuwe toepassingen zoals dronebezorging, inspectievluchten en luchtfotografie, doordat bedrijven straks met honderden verschillende lokale regels te maken krijgen.
Daarnaast maken voorstanders van landelijke regelgeving zich zorgen over de handhaafbaarheid. Het kan voor dronepiloten vrijwel onmogelijk worden om op de hoogte te zijn van alle lokale beperkingen, wat onbedoeld kan leiden tot overtredingen en juridische conflicten.
Voortdurende discussie over zeggenschap luchtruim
Ook als het wetsvoorstel uiteindelijk wordt afgeschoten, zal het spanningsveld tussen lokale overheden en de federale overheid blijven bestaan. Veel stadsbesturen willen meer invloed op wat er in het lage luchtruim boven hun grondgebied gebeurt, terwijl landelijke instanties juist pleiten voor uniforme regelgeving om de veiligheid en innovatie te waarborgen.
Deze discussie beperkt zich niet tot de Verenigde Staten: ook in Europa, waar de EU-lidstaten via EASA gezamenlijke regelgeving voor drones hanteren, zoeken gemeenten steeds vaker naar manieren om lokaal invloed uit te oefenen op het gebruik van drones binnen hun grenzen.
(via DroneDJ)
