Geen Prores, wel intraframe: dit moet je weten over de Mavic 4 Pro Creator Combo

DJI heeft net de Mavic 4 Pro geïntroduceerd, de langverwachte opvolger van de populaire Mavic 3-serie. Opvallend is dat er dit keer géén Cine-variant komt met ondersteuning voor Apple Prores, een codec die door veel professionele videomakers wordt geprefereerd vanwege zijn flexibiliteit in postproductie. In plaats daarvan bevat de Mavic 4 Pro Creator Combo een nieuwe optie: intraframe codering via H.264 ALL-I. Wat betekent dat precies, en wat zijn de implicaties voor wie het uiterste uit zijn luchtopnames wil halen?

Wat is ALL-I codering?

ALL-I, oftewel “All Intra”, is een vorm van videocompressie waarbij elk frame afzonderlijk wordt opgeslagen. Dat staat in contrast met interframe codering (bijvoorbeeld IPB), waarbij slechts een deel van de frames volledig wordt vastgelegd en de rest wordt berekend op basis van verschillen tussen opeenvolgende beelden. Omdat bij ALL-I elk frame op zichzelf staat, is de videobewerking soepeler, zijn individuele frames scherper bij export als stilstaand beeld, en is er minder kans op compressie-artifacten bij snelle bewegingen.

Opvallend is dat DJI deze ALL-I optie alleen beschikbaar stelt bij gebruik van de H.264 codec, en niet bij het efficiëntere H.265. Dit heeft vermoedelijk te maken met de hogere rekenkracht die nodig is voor H.265 intraframe codering, wat wellicht de verwerkingssnelheid van de drone of de opslagcapaciteit te veel zou belasten. Hierdoor moeten gebruikers een afweging maken tussen hogere beeldkwaliteit (H.264 ALL-I) of kleinere bestandsgrootte met betere compressie (H.265 Long GOP).

ALL-I versus Prores: de voor- en nadelen

Hoewel H.264 ALL-I voordelen biedt ten opzichte van de standaard H.264 Long GOP-compressie, is het niet direct te vergelijken met Apple Prores. Prores is een zogenaamde mezzanine-codec met een veel hogere bitrate en minder compressieverlies. Dat maakt het uitermate geschikt voor professionele workflows, vooral wanneer het beeldmateriaal intensief gecorrigeerd of gemonteerd wordt. Kleurbewerkingen verlopen soepeler, er treedt minder banding op in kleurverlopen, en het behoud van detail in schaduwen en highlights is groter.

Daar staat tegenover dat Prores veel meer opslagruimte vereist, en specifieke hardware of softwareondersteuning nodig heeft om efficiënt te werken. H.264 ALL-I biedt een middenweg: hogere kwaliteit dan interframe codering, maar minder belastend voor opslag en verwerking. Voor sommige professionals, vooral die onderweg werken of geen volledige kleurcorrectie nodig hebben, kan dit een acceptabel compromis zijn.

Wat betekent dit voor professionele videomakers?

Voor professionele videomakers betekent de keuze van DJI om geen Prores-ondersteuning aan te bieden in de Mavic 4 Pro een duidelijke verschuiving in strategie. Waar de Mavic 3 (Pro) Cine zich duidelijk richtte op de high-end markt met Prores en ingebouwde SSD, mikt de Mavic 4 Pro Creator Combo meer op een bredere groep content creators die kwaliteit willen, maar geen full-cinema workflows hanteren.

Met H.264 ALL-I biedt DJI wel degelijk een stap vooruit ten opzichte van eerdere Mavic-modellen zonder Cine-optie. Vooral voor snelle montages, sociale media, of reportages waarin mobiliteit en workflow-efficiëntie belangrijker zijn dan maximale bewerkingsruimte, is deze intraframe-optie aantrekkelijk. Wie echter absolute controle en maximale beeldinformatie nodig heeft, zal wellicht moeten uitwijken naar andere platformen zoals de Inspire 3 of de Mavic 3 Pro Cine.