Politie en defensie mogen drones neerschieten tijdens NAVO-top
Tijdens de NAVO-top die op 24 en 25 juni 2025 in Den Haag plaatsvindt, krijgen politie en defensie vergaande bevoegdheden om op te treden tegen drones. Dat blijkt uit een tijdelijk handelingskader dat door de minister van Justitie en Veiligheid is vastgesteld. In het uiterste geval mag zelfs met vuurwapens worden ingegrepen om een drone tot stoppen te dwingen. Het document is op 17 juni gepubliceerd in de Staatscourant.
Maatregelen om dreiging met drones tegen te gaan
Vanwege de aanwezigheid van vele staatshoofden en regeringsleiders tijdens de NAVO-top, gelden er extra strenge veiligheidsmaatregelen. Een belangrijk onderdeel hiervan is het beperken van het luchtruim en het actief bestrijden van ongeautoriseerde drones. De maatregelen zijn bedoeld om snel en effectief te kunnen reageren op mogelijke dreigingen die van drones uitgaan, zoals verstoring van de openbare orde of zelfs terroristische handelingen.
Volgens het handelingskader moeten betrokken ambtenaren – waaronder politie, marechaussee en militairen – vooraf een zorgvuldige afweging maken over de ernst van het gevaar dat van een drone uitgaat. Daarbij moeten ook de risico’s voor personen en goederen in de omgeving worden meegewogen. Alleen als andere middelen tekortschieten, mag er worden overgegaan tot ingrijpende bestrijdingsmaatregelen.
Inzet van elektronische verstoring en vuurwapens toegestaan
Het handelingskader beschrijft verschillende vormen van bestrijdingshandelingen. Deze variëren van het opvorderen van de droneoperator tot het inzetten van fysieke middelen en het verstoren van communicatie met behulp van het elektromagnetisch spectrum. Pas als deze maatregelen niet toereikend zijn en de situatie daarom vraagt, mag een vuurwapen worden ingezet om een drone ‘onverwijld te doen stoppen’.
Bij alle handelingen geldt dat de ambtenaar moet kiezen voor het ‘minst ingrijpende toereikende middel’, in verhouding tot de dreiging. De beginselen van proportionaliteit, subsidiariteit en redelijkheid moeten in acht worden genomen. In het geval van vuurwapengebruik is een melding verplicht, en kan het Openbaar Ministerie achteraf onderzoek instellen naar het optreden.
Handelingskader moet handelingsverlegenheid voorkomen
Het tijdelijke kader, dat geldig is van 18 tot en met 27 juni 2025, is bedoeld om duidelijkheid en juridische dekking te bieden voor ambtenaren die drones bestrijden. Volgens de minister is handelingsverlegenheid – het niet durven ingrijpen uit angst voor juridische consequenties – onwenselijk, juist vanwege de potentieel acute dreiging die van drones kan uitgaan.
Na afloop van de NAVO-top zal worden geëvalueerd of dit tijdelijke kader voldoende houvast bood en of er behoefte is aan meer permanente wetgeving voor het bestrijden van onbemande luchtvaartuigen in risicovolle situaties. De snelle technologische ontwikkeling van drones en de toenemende geopolitieke spanningen maken dat steeds vaker een effectieve aanpak vereist is.