Overheid Haïti zet nu bewapende drones in tegen bendeleden
De Haïtiaanse overheid zet sinds maart bewapende drones in om bendeleiders aan te vallen die grote delen van de hoofdstad Port-au-Prince in handen hebben. Videobeelden die onlangs zijn vrijgegeven door de politie tonen onder andere explosies vanuit de lucht en een vluchtende Vitel’homme Innocent, een beruchte bendeleider met een beloning van twee miljoen dollar op zijn hoofd. Volgens mensenrechtenorganisaties zijn bij de drone-aanvallen inmiddels meer dan 300 bendeleden om het leven gekomen, al zijn er tot nu toe geen kopstukken definitief uitgeschakeld.
Laatste redmiddel in strijd tegen geweld
De inzet van drones is het jongste wapenfeit in een uitzichtloze strijd tegen gewelddadige bendes, die inmiddels zo’n 80 procent van de hoofdstad controleren. Gewone politietroepen staan machteloos en ook de internationale veiligheidsmissie, grotendeels bemand door Keniaanse agenten en gefinancierd door de VS, boekt weinig vooruitgang. Volgens velen in Haïti zijn de drones het enige dat de volledige overname van Port-au-Prince tot nu toe heeft voorkomen.
Toch zijn er nauwelijks gegevens beschikbaar over hoe doelen worden geselecteerd of wie precies omkomt bij de aanvallen. Om lekken te voorkomen wordt het droneprogramma grotendeels uitgevoerd door particuliere militaire aannemers. Eén van de betrokken bedrijven zou eigendom zijn van Erik Prince, oprichter van het beruchte Blackwater en geldschieter van voormalig president Trump. De Haïtiaanse regering weigert inhoudelijk commentaar en noemt het droneprogramma een kwestie van nationale veiligheid.
Internationale kritiek op juridische basis
De Canadese politie, die eerder drones en training leverde aan de Haïtiaanse autoriteiten, heeft zich verrassend fel uitgesproken tegen de aanvallen. Volgens de Royal Canadian Mounted Police heeft de speciale taskforce die drone-aanvallen uitvoert “geen wettelijke bevoegdheid” en handelen de autoriteiten in strijd met zowel het Haïtiaanse strafrecht als het internationale mensenrechtenrecht. De Canadese voorwaarden voor het leveren van drones verboden expliciet het gebruik van geweld via deze middelen.
Ook juristen en mensenrechtenexperts stellen dat de drone-aanvallen waarschijnlijk illegaal zijn. Volgens internationaal recht mag dodelijk geweld alleen worden ingezet als er sprake is van een directe dreiging voor iemands leven, tenzij er officieel sprake is van een gewapend conflict. Of dat in Haïti het geval is, is onderwerp van discussie. Hoewel de intensiteit van het geweld hoog is, is onduidelijk of de bendes een georganiseerde commandostructuur hebben die voldoet aan de criteria van een gewapend conflict volgens het Rode Kruis.
Effectiviteit en risico’s van drone-aanvallen
Hoewel drones waardevol zijn als surveillance-instrument en kunnen bijdragen aan het plannen van grondoperaties, zijn experts sceptisch over het nut van gerichte dodelijke aanvallen zonder verdere strategie. “Drones inzetten om mensen te doden is geen strategie,” stelt Thomas X. Hammes van het National Defense University in Washington.
Daarbij komt dat de drone-aanvallen niet zonder gevolgen zijn: als vergelding zijn bij ten minste vier incidenten burgers omgekomen door bendegeweld. En ook de bendeleiders zelf laten van zich horen. Zo verscheen Jimmy Chérizier, alias Barbecue en leider van de bendecoalitie Viv Ansanm, in een video waarin hij waarschuwt dat ook hij drones kan aanschaffen: “Drones zijn overal te koop. Ik kan ze ook krijgen.”
Oproep tot transparantie
Binnenlandse mensenrechtenorganisaties spreken hun steun uit voor het gebruik van drones, maar dringen wel aan op meer openheid en verantwoording. Zo meldde een organisatie dat een recente grootschalige drone-aanval mogelijk tussen de 40 en 100 slachtoffers maakte, terwijl de politie hierover niets communiceerde. “Misschien is het tegen de wet, maar we leven in een land zonder rechtsorde,” zegt Pierre Esperance van het Nationale Netwerk voor de Verdediging van de Mensenrechten.
(Bron: The New York Times – coverfoto: armyinform.com.ua, CC BY-SA 4.0)